02 WinCan VX Entry (Nederland)

 



Gebruikershandleiding

Registratie, verwerking, uitvoer
en beheer van rioolinspectie gegevens

17.06.2020
WinCan Version 2020.8.x


SewerVision BV, Spoorstraat 17, NL-6241 CL Bunde, Nederland
Tel. +31 (0)43 364 0130, Fax +31 (0)43 364 0200
www.sewervision.com



Inhoud

Inleiding



De software WinCan VX werd ontwikkeld voor het documenteren van waarnemingen in leidingen evenals voor de inspectie van putten en (drink)water bronnen en is verkrijgbaar in vijf varianten.
De basis software module WinCan VX Entry voorziet in alle basis functionaliteiten voor de riool- inspectie. Indien gewenst, dan kan men additionele functies aanschaffen die opgenomen zijn in uitgebreidere modules zoals WinCan VX Lite, Advanced, Expert en Office.

Module

VX Entry

VX Lite

VX
Advanced

VX Expert

VX Office

Strenggegevens

Basis rapportage

Data Viewer

Alle talen & standaards

Map Entry

Foto Assistent

Teken Functies

Meta DB

SQL & Oracle databank

Meervoudige inspecties

Classificatie

MPEG 1





MPEG 2 & 4







Sensor metingen





Data validatie







Satelliet inspecties







Put inspecties







Rapport generator









GIS Kaart module









Rehabilitatie planning









Systeemeisen

WinCan VX functioneert uitsluitend op computers met een Windows operating systeem.
De verschillende versies en de belangrijkste systeem eisen voor de hardware zijn hieronder gerangschikt:
Operating Systeem:
Operating systeem (LOKAAL): Windows XP, 7, 8/8.1, 10 (PRO-Versies, 32 of 64 bit) of
Operating systeem (SERVER): Windows Server 2003, 2008, 2008-R2, 2012, 2012-R2
De laatste nieuwe updates van Windows moeten altijd geïnstalleerd zijn!
Hardware:
Processor : INTEL Pentium Core Duo 2.5 GHz of hoger.
Grafische kaart : NVIDIA GeForce 9 serie, of hoger (mogelijkheid voor weergave op
meerdere monitoren).
RAM : 4GB of hoger.
Video kaart : VITEC kaart (PCI of PCI-Express), MobileCap124 (USB device) of een
WDM gebaseerde decoderkaart voor videodigitalisatie.



Gebruik van WinCan VX in een inspectievoertuig

Deze software wordt gewoonlijk geïnstalleerd op één lokale computer ingebouwd in een inspectie-voertuig. Elke PC moet één enkele licentie en configuratie hebben omdat CCTV voertuigen verschillende camera systemen en/of verscheidene tekstgenerators kunnen hebben.







Gebruik van WinCan VX in het bureau

WinCan VX bureau versie kan geïnstalleerd worden op één enkele PC voorzien van een licentie in het bureau. Meerdere licenties kunnen in een netwerk worden geïnstalleerd worden door gebruik te maken van een netwerk dongle:









In bepaalde gevallen, zoals grote bedrijven of gemeentes, die werken met speciale server systemen zoals MSSQL of ORACLE, dan kan WinCan VX hierbij ook gebruikt worden.
Meer hierover is vermeld in de documentatie Installatie SQL server voor WinCan VX.

Installatie

Het WinCanVXSetup.exe installatie pakket bevindt zich op de installatie CD of vanaf de webpagina: www.wincan.com (Support > Download):

  • Activeer het Administrator account (bijv. systeem administrator) in het gebruikersaccount van Windows 7, 8/8.1 en 10 (zie appendix, laatste pagina) en stel een wachtwoord in voor dit account.

  • Reboot je computer en log in als Administrator.

  • Dubbelklik op het installatie bestand en start met de installatie.

  • Als voldaan wordt aan de systeemeisen, start dan de installatie.

  • Volg alle instructies van de wizard en klik op Doorgaan of Akkoord om elke stap te bevestigen.

  • Indien WinCan VX correct is geïnstalleerd, klik Afronden en start met WinCan VX.



De installatie van het programma is nu compleet.
Alle bestanden die nodig zijn voor WinCan VX zijn te vinden in twee mappen op de PC:

  • C:\ProgramFiles (x86)\CDLAB

  • C:\Users\Public\Public Documents\CDLAB

  • Land en taal instellen

    Om er zeker van te zijn dat het juiste land en taal versie op je PC zijn ingesteld, open dan het
    Windows Configuratiescherm en controleer de instellingen als volgt:




















    Deze instellingen in het Windows operating systeem worden automatisch door WinCan VX gebruikt.

    LICENTIES

    Na een succesvolle installatie van WinCan VX, dient de gebruiker de licentie te activeren. WinCan VX kan met een lokale of een netwerk licentie worden gebruikt. In beide gevallen wordt de licentie geactiveerd door het gebruik van de geleverde dongle (USB-hardlock) en het bijbehorende licentie bestand (V2C bestand) die verstrekt wordt door je distributeur. Het bestand V2C moet gekopieerd worden in een afzonderlijke map op je lokale PC.

    Lokale licentie

    De volgende stappen beschrijven het licentieproces voor een enkele gebruiker in een inspectie-voertuig of bureau:

  1. Sluit de zwarte dongle aan op een vrije USB poort op je computer. De dongle zal automatisch herkend worden en wordt bevestigd door een bericht:

  1. WinCan VX start altijd in de Viewer modus bij de eerste opening. Klik Home > Programma informatie > Licentiebeheer en selecteer Licentie update, om het licentiebestand te activeren (V2C bestand) en om ervoor te zorgen dat gegevens ingevoerd en bewerkt kunnen worden:

  1. Blader door de bestanden, selecteer het licentiebestand en klik Open. Een bericht zal verschijnen en de geldigheid van de licentie bevestigen. De bijbehorende functies van WinCan VX worden dan geactiveerd op deze ene computer:


Licentie succesvol geactualiseerd




Netwerklicentie

Indien je WinCan VX wenst te gebruiken in een lokaal netwerk of voor meerdere CLIENT computers, dan is een netwerklicentie de meest voor de hand liggende oplossing. De SERVER en de CLIENT computers (PCs of notebooks) waarop WinCan VX werd geïnstalleerd, moeten zich in hetzelfde subnet bevinden.
De licentie procedure is als volgt:

  • Installeer WinCan VX op tenminste een CLIENT computer in het netwerk en maak de dongle driver HASPUserSetup.exe beschikbaar onder C:\Program Files\WinCan VX\Admintools\.

  • Kopieer het bestand HASPUserSetup.exe van de CLIENT computer naar de harde schijf van de SERVER en voer de driver installatie hier uit.

  • Sluit de rode netwerk dongle aan op een vrije USB poort op de SERVER. De dongle zal automatisch herkend worden en wordt bevestigd door een bericht:

  • Surf naar het adres http://localhost:1947_ via je web browser en klik op de link _Update/Attach. Kies Choose File, blader naar de bijbehorende licentie bestand (V2C- bestand) en laadt het:

  • Een bericht bevestigd de geldigheid van de licentie en activeert de WinCan VX modules en je kunt gebruik maken van tenminste 5 CLIENT computers in het lokale netwerk.

  • Een uitbreiding naar licenties voor 10 tot 50 CLIENT computers kan op elk moment nabesteld worden.

Testen van de licentie

Nadat de licentie werd geactiveerd, kan je de beschikbare hardlock sleutels binnen je huidig netwerk oproepen via de Sentinel Keys link in je web browser zoals al beschreven of door het selecteren van Home > Programma informatie > _+http://localhost:1947+_ vanuit het WinCan VX hoofdvenster:

De bovenstaande selecties voert je ook naar deze plaats in je web browser:


Indien een netwerk sleutel niet wordt herkend, dan is het mogelijk om deze te activeren via de link Configuration > Access to Remote License Manager. De systeembeheerder moet dan het server IP adres in het tekstveld Specify Search Parameters intypen. Selecteer Help voor meer ondersteuning over dit onderwerp:


Tot slot, controleer of de Sentinel licentie service (PC > Control Panel > Administrative Tools) is geactiveerd in Windows. Overigens moet dat altijd het geval zijn:

Actualisering van de licentie

Indien je een upgrade wenst van je software bijvoorbeeld door de aanschaf van nieuwe modules, dan dien je een nieuwe, corresponderende licentie bestand (V2C) te verkrijgen van je leverancier die aangepast moet worden met je dongle. Kopieer het V2C bestand terug naar je PC en update je licentie op dezelfde manier zoals beschreven in de voorgaande hoofdstukken.
Ten slotte selecteer je de opdracht Home> Programma informatie in het hoofdscherm; klik op Licentiebeheer en controleer in de kolom aan de rechterkant of de nieuwe modules zijn opgenomen en geactiveerd:

Opmerking over licentie updates: Als je meer dan één versie van een V2C bestand hebt gekopieerd voor dezelfde dongle op je pc, dan moet je ze allemaal individueel laden in een chronologische volgorde door te kijken naar het uiteindelijke cijfer voor de bestandsextensie:

1.943326514.V2C (31.08.2014)
2. 943326514.V2C (30.11.2014)
3. 943326514.V2C (15.01.2015)
De licentie-informatie zelf wordt direct gekopieerd naar de dongle. Dus, na de installatie van WinCan VX op verschillende computers, kan de software direct worden gestart op één van die computers zodra je de dongle hebt aangesloten. De software modules geactiveerd met die specifieke licentie zullen daarom ook beschikbaar zijn op die PC.

Aanmelden in de systeemgegevensbank

Bij het opstarten van WinCan VX opent het hoofdscherm meestal automatisch en geeft ook direct toegang tot de lijst van recent gebruikte projecten. De software logt dus ofwel in op de kerngegevensbank WCSYS als Administrator (gebruikersnaam = admin; wachtwoord = admin) of als Operator (gebruikersnaam = operator; wachtwoord = operator). Beide gebruikersaccounts worden standaard aangemaakt tijdens de installatie van WinCan VX:

1
2
















Default path of the core database WCSYS.
Voornamelijk bij het werken binnen een SQL-Server omgeving zal een gebruiker (1) moeten inloggen met zijn persoonlijke account. In zo'n geval biedt het Login scherm menu-opdrachten (2) voor het toevoegen of bewerken van specifieke verbindingen aan de systeemgegevensbank WCSYS:




Standaard pad van de systeemgegevensbank WCSYS op een standalone computer.
Default path of the core database WCSYS.











3

Tot slot: controleer de verbinding (3) na de invoer van alle noodzakelijke parameters.
Daarmee ben je zeker, dat je lokale- of serverprojecten kan aanmaken en bewerken.

Programma instellingen

Algemene programma instellingen worden hoofdzakelijk uitgevoerd via het commando Algemeen > Instellingen. Het corresponderende dialoogvenster toont alle noodzakelijke opties gegroepeerd in verschillende categorieën. Enkele belangrijke opties zijn al standaard geactiveerd:




















Op de volgende pagina's worden de categorieën met alle opties in detail uitgelegd.
4

Voorinstellingen1

Dit menu stelt de standaa3rdinstellingen voor nieuwe projecten in.
65427Standaard pad van de kern gegevensbank WCSYS.13 1

  1. De landinstelling kan op deze regel worden ingesteld. Het wordt aanbevolen om de instellingen van de personal computer te spiegelen.

  2. De taal waarin de projecten worden opgenomen, kan op deze regel worden ingesteld. Het wordt aanbevolen om de instellingen van de personal computer te spiegelen.

  3. In deze regel kan de gewenste opnamestandaard worden ingesteld. Deze wordt automatisch toegepast wanneer een nieuw project wordt aangemaakt, maar kan op elk moment in het project worden gewijzigd.

  4. Deze regel stelt het gewenste gegevensbanktype in.

  5. In deze regel wordt het standaard project opslag pad voor nieuwe projecten ingesteld.

  6. Deze optie maakt nieuwe projecten toegankelijk voor iedereen die er toegang toe heeft.

  7. Deze optie bepaalt of de interface voor projectdeelnemers direct na het aanmaken van een nieuw project wordt gestart. Houd het vinkje uit als je liever direct met de inspectie begint dan dat je de adressen van de deelnemers invoert.



Algemeen

Klik op het menu Algemeen op het tabblad Instellingen om alle opties te zien die geactiveerd of gedeactiveerd moeten worden voordat je start met data invoer of met een inspectie begint. Voor de meeste gebruikers zijn al standaard een aantal opties geactiveerd en meer informatie over elke optie kan verkregen worden door de muis te verschuiven over de tekst:

Klik op het tabblad Kleuren om de achtergrondkleur voor de veldnamen in te stellen in het hoofdscherm voor de data invoer en ook de achtergrondkleuren van de hoofdregel in de kolommen:

















Het tabblad Automatisch benoemen (Streng/Huisaansluiting) maakt het mogelijk om een vooraf gedefinieerde methode te selecteren voor het hernoemen van strengen of huisaansluitingen. Deze Automatisch benoemen procedure beïnvloedt het veld, waarin de strengnaam gewoonlijk wordt ingevoerd (bijv. OBJ_sleutel) en kan door de gebruiker worden uitgeschakeld wanneer nodig:






Selecteer Aangepast als je zelf een keuze wilt maken uit de WinCan gegevensvelden voor het samenstellen van de streng- en of de knooppuntnaam.







Onder het tabblad Gegevensuitwisseling/Rapporten staan de instellingen voor het uitwisselen van inspectiegegevens, zoals import- en rapportage-opties.







Alle objecten printen
Niet actief = Alleen verbonden objecten printen
Actief = Alle objecten printen



Spraakweergave

Bij deze instelling kan de spraakweergave van een ingevoerde waarneming ingeschakeld worden:

Indien de optie Spraakopname activeren ingeschakeld wordt, dan worden de waarnemingen luid weergegeven via de door de gebruiker ingestelde computer stem.

Toetsenbord invoer

In dit venster kunnen toetsenbord combinaties gedefinieerd worden om veel gebruikte commando's toe te passen middels sneltoetsen bij de opname van een project.

Sneltoetsen die niet ondersteund worden door Microsoft Windows kunnen niet gebruikt worden.
Het wordt aanbevolen om niet meer dan twee toetsen te gebruiken om aan een bepaalde functie toe te wijzen. (bijv. Shift + S). De invoer kan gewist worden met de BACKSPACE toets.h2.Live Video
In dit tabblad, kan de videobron geselecteerd en geactiveerd worden. De optie Live video automatisch starten toont het camerabeeld automatisch in het videopaneel nadat een project werd geopend.
De opname wordt daarbij NIET gestart. Als de camera wordt uitgeschakeld, dan toont het videopaneel een zwart beeld aangezien er geen videosignaal is.
21Vitec
MobileCap
Dazzle Video Capture USB Video

  1. Hier kan elke gedetecteerde digitale videobron geselecteerd worden die aangesloten is op

de pc en het videobeeld gebruikt worden voor het maken van rapporten. Hoogstwaarschijnlijk is het aangesloten apparaat een ingebouwde Vitec kaart, een WinCan MobileCap of een WDM apparaat: (Bijvoorbeeld DAZZLE).




  1. Met de optie Apparaat instellingen, kan het video signaal geconfigureerd worden.

Deze knop opent een ander instelvenster (Video-setup), waarmee je de geselecteerde videobron kan instellen.
21765384

1
2
3
4
5
68711910

  1. Apparaat: Het video digitaliseringsapparaat kan hier geselecteerd worden. Enerzijds wordt deze aangesloten in de computer, anderzijds moet deze worden aangesloten op een signaalbron (camera) via een kabelverbinding. Het digitaliseringsapparaat moet altijd van een specifieke driver zijn voorzien die vooraf geïnstalleerd moet worden.

  2. Ingangskanaal: Hier kan het juiste kanaal ingesteld worden. De keuze is afhankelijk van de videobron.

  3. Audio apparaat: Wordt gebruikt om audio opnames te maken gedurende het inspectie onderzoek.

  4. Videonorm: De juiste video standaard (PAL, NTSC) kan hier geselecteerd worden. De keuze is afhankelijk van de videobron.

  5. Videoformaat: De resolutie van het videobeeld kan hier geselecteerd worden. De keuze is afhankelijk van de videobron.

  6. Beeldsnelheid: Instellen van de snelheid van de videobeelden. De keuze is afhankelijk van de videobron.

  7. Codec: Instellen van het formaat waarin de video opnames opgeslagen worden. De keuze is afhankelijk van de videobron. Als het signaal via een Vitec digitaliseringskaart of via MobileCap getransfereerd wordt, dan kan de gebruiker clips opnemen in het video formaat MPEG1, 2 of MPEG4.

WDM-apparaten hebben normaliter twee ingangen (bijv. USB-Webcam en _e_USB-WebCam{_}): indien je de eerste optie neemt dan verkrijg je clips in het formaat AVI dat veel meer schijfruimte in beslag neemt dan de tweede optie. De tweede optie kan clips opslaan als MPEG1 bestanden die veel minder schijfruimte vereisen.

  1. Kwaliteit: Instellen van de kwaliteit van de videobron. Je kunt kiezen tussen laag, gemiddeld, hoog en extra hoog door het invoeren van een getal tussen 1 en 4. Hoe hoger de kwaliteit des te groter zal het videobestand worden. De grootte van de videobestanden stijgt daarbij met de verhoging van het kwaliteitsniveau. Bij MPEG1 zou minimaal het niveau "hoog" gekozen moeten worden om de kwaliteit van het beeld te waarborgen. Bij MPEG2 volstaat "gemiddeld". Bij andere apparaten moet er gestreefd worden naar een beeldresolutie van 720x576 beeldpunten.



  1. OSD instellingen: Deze knop opent een tekstveld om de tekstweergave in te stellen via de WinCan-software. De grenzen kunnen ingesteld worden in het Video OSD Setup menu. Andere instellingen zijn beschikbaar, maar afhankelijk van de videobron. Een voorbeeld van de geselecteerde opties in het videobeeld kan worden weergegeven door het klikken op de testknop. Klik op de groene knop OK om de laatst ingevoerde instellingen op te slaan:


910

  1. Codec instellingen: Deze knop is ofwel actief of niet actief afhankelijk van de videobron en de codec keuze. Indien typische codecs zoals MPEG1, 2 of 4 formaten worden opgeslagen, dan kunnen deze niet gewijzigd worden en is de knop inactief.

  2. Kleur en audio aanpassen: Deze knop wordt gebruikt voor het fijn afstemmen van het beeld en geluid:


11


Alle instellingen worden tenslotte opgeslagen door de knop met het groene vinkje aan te klikken.

Tekstgenerator (On Screen Display, OSD)

WinCan VX geeft je directe controle over de tekstweergave van elke industrie standaard door het gebruik van een On Screen Display (OSD apparaat = tekstgenerator), die op zijn beurt via een RS232 interface aangesloten moet zijn op een PC/laptop. Data ingevoerd in WinCan en specifieke parameters (zoals bijv. afstand, datum, tijd, neiging, temperatuur, druk, etc.) kunnen aldus getoond worden in een afzonderlijke tekstregel en worden opgenomen in het videobeeld.
De verbinding tussen een PC en tekstgenerator is gewoonlijk een speciale USB kabel die door de leverancier van de tekstgenerator verstrekt wordt.

Als een computer niet over een RS232 aansluitpoort beschikt, dan moet je de tekstgenerator aansluiten via een USB-seriële adapter op een vrije poort van je computer. Dergelijke adapters zijn in de handel verkrijgbaar.
De basisinstellingen voor het besturen van diverse type tekstgenerators via de software WinCan VX
kun je vinden in het hoofdscherm Instellingen zoals beschreven in de vorige paragraaf. Klik op het tabblad
Home > Instellingen en klik op tabblad OSD (tekstgenerator):
4123 COM2

  1. Selecteer de knop Apparaat kiezen om de lijst te tonen van alle door WinCan VX ondersteunde tekstgenerators. In totaal kunnen tot 5 apparaten gelijktijdig bediend worden. Zorg er altijd voor dat je de juiste Compoort toewijst aan elk apparaat.

  2. Klik op de TEST knop om te controleren of de verbinding tussen je tekstgenerator en je computer tot stand is gekomen.

  3. Als er een succesvolle communicatie tussen de onderlinge apparaten is, dan zal er een corresponderend nummer oplichten in groen of rood.

  4. Specifieke functies kunnen ingesteld worden door het klikken op het tandwieltje.

De Instellingen knop geeft je de mogelijkheid om de tekstweergave naar eigen inzicht aan te passen.



Het register van OSD Objecten in het volgende dialoogvenster staat het invoegen toe van waardes (parameters) van de tekstgenerator en om ze te positioneren in het videobeeld via een virtuele XY matrix (X = horizontale uitlijning, Y = verticale uitlijning). Aan de rechterzijde van de lijst van de tekstgenerator parameters staat de tekstregel aan/uit en ook het aantal karakters (bijv. xmax = 50) en het aantal rijen (bijv. ymax = 17); dus de parameters in het videobeeld kunnen verplaatst worden.

Onderaan bij de standaard instellingen van de tekstgenerator, kan de gebruiker door hem zelf gemaakte parameters instellen (gebruiker-gedefinieerde) tekstgenerator parameters.
In het tabblad Standaard kun je het pop-up gedrag configureren van een werkmasker, strenggegevens en waarnemingsteksten tijdens een inspectie. Hier correspondeert het nummer met de regelafstand, waar de tekst geplaatst dient te worden vanaf de bovenzijde van het videobeeld.


Gat in leiding, van 11 tot 1 uur
In bovenstaand voorbeeld verschijnt de waarnemingstekst gedurende 5 seconden in beeld, 8 regels vanaf de bovenzijde van de video:
Het tabblad Toewijzing van OSD-functies en -objecten reguleert de communicatie van verschillende tekstgenerators:

Mocht je meerdere tekstgenerators willen aansluiten, dan kunnen individuele pop-up profielen worden ingesteld voor elk apparaat. Elk profiel bevat alle informatie over het weergeven van OSD objecten die, in sommige gevallen, alleen kan worden verkregen door een of ander specifiek apparaat. WinCan VX ondersteunt gelijktijdige communicatie met maximaal 5 apparaten.

1
2
3
4
5

  1. Actuele actieve configuratie: Het specificeren van de inhoud van een werkmasker of streng-gegevens wordt gedaan via de bijbehorende tabbladen. WinCan VX beschikt over een standaard configuratie hoe tekst getoond moet worden in het foto/video venster, onder de naam Standard_DUTCH.

  2. Nieuw: De gebruiker heeft de keuze om een nieuwe, blanco configuratie aan te maken en op te slaan onder een nieuwe naam. Attentie: Als je een nieuwe configuratie maakt, dan moet je de juiste, corresponderende gegevensbank gebruiken!

  3. Kopiëren: De kopieer knop kopieert de bestaande configuratie naar een nieuwe setup en neemt de instellingen mee over. De naam van de nieuwe configuratie kan door de gebruiker toegewezen worden.

  4. Importeren: Met deze knop kan de gebruiker een *.xml bestand (configuratie bestand) vanuit een ander systeem importeren.

  5. Wissen: Klik op de knop wissen om de huidige configuratie te verwijderen.


Het werkmasker bestaat gewoonlijk uit drie aangepaste kopregels die gedurende de totale video opname bovenaan in het videobeeld verschijnen, op voorwaarde dat de gebruiker het corresponderende commando heeft gegeven in het tekstgeneratorpaneel:
WinCan VX stelt 15 regels en 5 velden per regel ter beschikking voor de configuratie van het werkmasker.
21
Klik in elke regel van de kolom (1) om de gegevensbankvelden waarvan de inhoud getoond moet worden in het werkmasker. De software ondersteunt maximaal 8 velden per regel en 15 regels.
Het aanvinkvenster (2) onderaan de kolom geeft de gebruiker de mogelijkheid om de begin- en eindput te tonen ofwel in stromings- of volgens inspectierichting.1 De strenggegevens bevat alle basis informatie over de huidige streng en wordt geactiveerd door de corresponderende knop te gebruiken in het tekstgeneratorpaneel aan het begin van de inspectie. WinCan VX voorziet 18 regels voor de weergave van strenggegevens:
1

Date: 30 January 2014
City: London
Street: Oxford Street
Upstream MH: 1
Direction: -> Downstream MH: 2
Sewer Use:Waste Water
Profile: Circle 400/400
Surveyed By:Miller
Weather: Light Rain
Vink de check box in de derde kolom van de tabel (1) aan om het gegevensbankveld, dat in deze regel gekozen is, te tonen. De regels worden in het live beeld getoond in dezelfde volgorde als in dit venster.
Alle instellingen en aanpassingen van deze gegevens worden tenslotte bevestigd door het klikken op de groene OK knop.

WinCan Web

WinCan Web is een afzonderlijke software interface die toegang verleent aan WinCan VX projecten via het internet aan eindgebruikers (zoals bijv. Ingenieursbureaus, watermaatschappijen etc.).
Je kunt vanaf hier je WinCan Web account instellen en beheren.
Alternatief kan je surfen naar de webbrowser {+}https://web.wincan.com/+.
Bij het tabblad Gebruikersinstellingen kun je je aanmelden bij je WinCan Web account met je gebruikersnaam en wachtwoord en geeft je ook de mogelijkheid om automatisch in te loggen en dat je wachtwoord door de PC wordt onthouden.




















Zodra je bent ingelogd op je account, zijn er 5 tabbladen met instellingen die je kunt gebruiken om je online account en projectrealisatie te beheren:

Gebruikers
profiel

Hier kun je je eigen gebruikersgegevens zoals naam, functie, telefoonnummer, e-mailadres en eventueel foto instellen.

Gebruikers
instellingen

In dit tabblad kun je de instellingen voor de taal, datum, tijd en valuta-formaten aanpassen die gebruikt worden binnen de WinCan web omgeving.

Firmaprofiel

Hier kun je je bedrijfsprofiel gegevens zoals adres, telefoonnummers, e-mailadressen en logo's opslaan en bewerken.

Beheer

In dit tabblad kun je "gasten" uitnodigen om online WinCan Web data te bekijken of om gebruikers te worden. Zij moeten echter hun eigen gebruikersaccount instellen voordat ze toegang verkrijgen tot WinCan Web, en je kunt 4 account types toewijzen: Eindgebruiker, VX inspecteur, bedrijfsinspecteur en bedrijfsadministrator.

Rekening

Dit tabblad toont de data opslag, de hoeveelheid opslagruimte die verbruikt wordt en de kosten die daarmee verband houden.

WinCan Web is een volledige interactieve service voor je klanten en het zend regelmatig automatische E-mails naar je gebruikers als er wijzingen zijn in projecten die aan hen werden toegewezen. Deze E-mails kunnen geconfigureerd en aangepast worden aan je eigen wensen door gebruik te maken van de tabbladen gebruikers- en firma profiel.
Klik op het tabblad Firma profiel om een nieuw WinCan Web account in te stellen:

Dit tabblad wordt gebruikt om je gebruikersprofiel in te vullen:


Het tabblad Beheer laat het versturen van uitnodigingen aan gebruikers toe, alsmede het beheer van
de projecten:























In het tabblad Rekening wordt getoond over welk WinCan web-volume je momenteel beschikt.
In dit tabblad kan gewisseld worden naar een groter volume.






















Filter voor MAP-VX

De instellingen die gebruikt worden in deze categorie zijn verbonden met WinCan VX zoekopdrachten zoals die gedefinieerd zijn in de module Statistieken en Analyses met de module Map-VX.
Het onderwerp gerelateerde schermvoorbeeld in Map-VX wordt zodoende aangepast aan de WinCan VX query (= zoekopdracht) (bijv. verschillende buisdiameters, buismateriaal, waterwingebieden, schade classificatie etc.).

Plug-Ins

In deze categorie staan gerelateerde Plug-Ins tot je beschikking en kunnen ge(de-)activeert worden. Deze Plug-Ins bevatten op maat vervaardigde of land-specifieke programma implementaties die geen onderdeel zijn van het standaard software pakket.
























Citi

In dit menu kunnen projecten verbonden worden met Citi software. De servernaam moet localhost zijn. Selecteer Root directory for Citi projects. Opmerking: Alleen projecten kunnen geïmporteerd worden! Is hier niet van toepassing!
Opmerking:
Dit geldt alleen voor Duitse klanten die WinCan VX aangeschaft hebben en bestaande projecten vanuit Citi software willen importeren.

Cityworks

Dit is een database link voor het im- en exporteren van projecten tussen WinCan VX en het software pakket van Cityworks. Is hier niet van toepassing!


WinCan VX Hoofdvenster

In tegenstelling tot eerdere versies van WinCan VX is het hoofdscherm nu verdeeld in verschillende werkmaskers die vrij te verplaatsen zijn; verborgen kunnen worden en op één of meerdere monitoren herschikt en getoond kunnen worden.
De ingebouwde positie wizard selecteert altijd die plek op het scherm dat je voorkeur heeft en je verplaatst dat werkmasker door de linkermuisknop ingedrukt te houden:

GrafiekStrengoverzichtLive videoWaarnemingen
Bovendien hebben de titelregels van elk werkmasker in de rechterbovenhoek een tweetal commando's, dat de gebruiker de mogelijkheid geeft om een bepaald werkmasker te sluiten of te verbergen.


De positie wizard geeft met pijltjes en een blauwe achtergrond aan waar het werkmasker gepositioneerd moet worden. Gebruik de linker muisknop en houdt die ingedrukt terwijl je op de kopregel van het werkmasker klikt. Laat de muisknop los als je in een bepaald veld van de pijltjestoetsen bevindt:

Natuurlijk is het ook mogelijk om een van deze werkmaskers op een ander scherm/monitor te plaatsen en te vergroten of te verkleinen. Deze nieuwe lay-out kan dan als een nieuw profiel worden opgeslagen.
Nadat je alle werkmaskers (vensters) herschikt hebt en aangepast aan je persoonlijke voorkeur, dan kan je dit individuele venster lay-out eenvoudig opslaan als een nieuw profiel in het tabblad Vensterinstellingen. Vanzelfsprekend kan het hoofscherm (groep van werkmaskers) en elk werkmasker gemaximaliseerd tot het volledig scherm.
Een enkel werkmasker binnen het hoofdscherm kan DIRECT verplaatst worden naar een andere positieve door de linkermuisknop ingedrukt te houden. Automatisch verschijnen de pijltjestoetsen en tonen de nieuwe locatie aan zodra je de knop loslaat:


Opmerking:
Het opnieuw arrangeren van kolommen en zowel modificaties daaraan kunnen NIET als een gebruikersprofiel worden opgeslagen.

Tabbladlijst

De tabbladlijst van WinCan VX is onderverdeeld in 8 categorieën waarvan de opdrachten of functionaliteit eenvoudig te bereiken is via het bijbehorende tabblad:

Zie hieronder een korte beschrijving van elke categorie:

  • Algemeen: dit tabblad bevat algemene programma-instellingen, evenals functies voor het beheer van gebruikers, directories, licenties, templates etc.

  • Projecten: dit tabblad geeft de gebruiker alle mogelijkheden om data te maken, wijzigen, projecten te beheren en zelfs META gegevensbanken.

  • Afdrukken: Functies voor afdrukken. Inspectiegegevens kunnen direct worden afgedrukt als een standaard inspectierapport of als een tabel gemaakt worden via een specifieke zoekopdracht (Tabellengenerator).

  • Gegevensuitwisseling: Functies voor data-import en export. WinCan VX kan gegevens in een bepaald formaat (XML, TXT) en bestandsstructuur lezen en anderzijds inspectiegegevens opslaan in een specifiek bestand (XML, TXT etc.).

  • Gereedschappen: Functies voor het invoeren, beheren en verwerken van de huidige projectgegevens.

  • Vensterinstellingen: Definiëren van bepaalde vensterinstellingen, lettertypes en groottes zoals die op het hoofdscherm getoond worden.

  • Statistieken en Analyses (WinCan Analyst): dit tabblad geeft toegang tot statistieken en analyse gereedschappen die gebruikt worden om gedetailleerd inspectiegegevens nader te evalueren.

  • Extra modules: In dit tabblad tref je vele extra applicaties aan die ondersteund worden en met harmoniseren met WinCan VX, inclusief WinCan Draw, WinCan 3D, WinCan Map en belangrijke laser metingen.



Vensterinstellingen

Dit tabblad geeft je de mogelijkheid bepaalde vensters (on)zichtbaar te maken en welk lettertype en/of grootte getoond moet worden. Met de beschikbare commando's kan de gebruiker in dit scherm de instellingen zelf bepalen en voor toekomstig gebruik opslaan:

Het tabblad Vensterinstellingen in de menubalk kan de gebruiker het lettertype en grootte veranderen gedurende het programma. Het wijzigen van deze instellingen heeft echter geen invloed op het lettertype/grootte in afgedrukte rapportages.
Naast de individuele vensters beschikt de gebruiker over een drietal vooraf gedefinieerde standaard
vensters die hieronder worden beschreven:

  • (default): Standaard vensters waarbij het tekstgenerator venster getoond wordt voor inspecteurs in een inspectievoertuig.

  • default_office: Standaard vensters zonder het tekstgenerator venster voor gebruikers die WinCan VX in het bureau gebruiken.

  • default_viewer: Standaard vensters zonder tekstgenerator venster voor eindgebruikers die alleen WinCan VX kunnen bekijken.

In het geval dat het venster lay-out te onoverzichtelijk is geworden of zelfs als er een aantal vensters niet meer zichtbaar zijn, dan kun je het snel herstellen door weer op het profiel default te klikken:




Het commando Venster lay-out opslaan als geeft de gebruiker de mogelijkheid om de huidige vensterinstellingen onder zijn eigen naam op te slaan. Er verschijnt een nieuw tabblad waarin de nieuwe naam van de lay-out ingevoerd kan worden:



Als je een nieuwe lay-out naam opslaat, dan verschijnt die in het venster lay-out keuze menu en kan dan in de toekomst geselecteerd worden.
Met het commando Verborgen venster weergeven, heeft de gebruiker de optie om verborgen vensters te tonen en daarvan de positie op het scherm te bepalen indien noodzakelijk.



Elk venster dat getoond moet worden dient geactiveerd te worden door het aanvinken van elk vakje en daarna bevestig je die door op de groene knop te klikken.
Het commando Dit profiel wissen wist het huidige profiel in de lay-out lijst:



Het wissen van een venster profiel moet altijd worden bevestigd. Als een bepaald profiel eenmaal gewist
is, dan kan het niet meer hersteld worden.

Kolombreedte aanpassen

In de vensters van het strengoverzicht en het waarnemingsoverzicht kunnen de kolombreedtes
aangepast worden naar eigen behoefte. Ga met de muis tussen twee kolommen in de kopregel staan.
De muisaanwijzer verandert. Versleep nu de kolom naar de gewenste breedte.
Doe dit met alle kolommen die je wilt aanpassen.


Om deze instelling vast te leggen, klik op de knop Actuele vensterlay-out opslaan.



Project Management

Direct na het starten van WinCan VX verschijnt er een leeg hoofdscherm en het tabblad Projecten
wordt automatisch geopend:


Opmerking: Nieuw project maken:
Als je eenmaal de basisinstellingen voor een project hebt ingesteld dan kun je deze in toekomst niet meer wijzigen. Dus, zorg er altijd voor dat je de juiste template en catalogus hebt geselecteerd voor het huidige project voordat je met een inspectie start.

Nieuwe projecten maken

Klik op het icoon Nieuw project in de projectbalk en creëer een nieuw project met de Project Wizard:
54321
1
2
3
465

  1. Voer de naam in van het project. WinCan voert automatisch het datum formaat in als jaar-maand-dag. Deze naam kan uitgebreid of overschreven worden.

  2. Selecteer daarna het type databank. Standaard is het altijd de lokale databank of de PC van de gebruiker en mag alleen door experts of netwerk gebruikers gewijzigd worden.

  3. De land en taal instellingen volgen de standaard van je eigen computer en hoeven normaliter niet gewijzigd te worden.

  4. Bij Projectstandaard, kan de gewenste project template geselecteerd worden. Slechts die standaards worden getoond die beschikbaar zijn via de vorige optie Land/Taal instelling.

  5. De knop Meer Opties opent een geavanceerd project setup menu die je de mogelijkheid biedt om de template verder aan je wensen aan te passen. Dit is van belang voor gebruikers die specifieke eisen stellen.





  1. De knop Nieuwe Project Standaard geeft de gebruiker de mogelijkheid om een eigen door hem gedefinieerde projectstandaard op te slaan met de bijbehorende template en catalogus:

6


De knop Volgende leid je naar de volgende stap in de Project Wizard, waar je kunt aangeven of het project in deze voorgestelde map (directory) of in een ander pad (directory) moet worden opgeslagen.






















De standaard opslaglocatie zoals gedefinieerd in Algemeen > Instellingen zullen in de opslaglocatie worden verklaard. Je kunt dit wijzigen door te klikken op het pictogram van de map en het selecteren van een andere locatie.

Klik opnieuw op Volgende om een definitieve samenvatting van je instellingen te zien. Als je niet tevreden bent met één van deze instellingen, ga dan terug en maak aanpassingen.

















Een laatste klik op de knop Volgende maakt alle noodzakelijke projectmappen en -bestanden aan, wat wordt aangegeven door een voortgangsbalk (1). Als dit proces zonder fouten verloopt, verschijnt de onderstaande melding en kan de gebruiker de wizard sluiten door op de groene OK-knop (2) te klikken:
1
1


2
WinCan VX maakt automatisch een project met een bepaalde structuur in de doelmap
C:\WinCan_Projects of in de map die bepaald werd in de instellingen. De basis map structuur en de belangrijkste sub mappen van een WinCan project worden hieronder beschreven:

Submap voor de project- en Metagegevensbank
(in het formaat SQL compact (*.sdf)):
• [Projectnaam].sdf
• [Projectnaam]_Meta.sdfSubmap voor de hellingsbestanden.Submap die alle bestanden bevat die opgenomen werden met een Scanner camera.
(Panoramo, DigiSewer, CleverScan, RPP).Submap die alle tot het project behorende foto's bevat:
Sec = Strengfoto's (Section photo)
Nod = Knooppunt-/Putfoto's (Node/Manhole photos)
Lat = Huisaansluitingfoto's (Lateral photos)
Submap die alle gewiste tot het project behorende foto- en videobestanden (etc.) bevat.Submap die alle tot het project behorende videoclips bevat:
Sec = Strengvideo's (Section videos)
Nod = Knooppunt-/Putvideo's (Node/Manhole videos)
Lat = Huisaansluitingvideo's (Lateral videos)
De projectmap kan op elk gewenst moment opgeroepen worden door in het hoofscherm van WinCan VX de Project Pad link te selecteren. Het wordt aanbevolen om 2 harde schijven te installeren: Een SSD (Solid State Drive) van bijv. 250GB als systeemschijf C:\ voor de installatie van het operatingssysteem (Windows) en de toepassingssoftware (WinCan VX) en een tweede harde schijf een (SSD of HDD – Hard Disk Drive van bijv. 1TB als gegevensschijf D:\ of E:\ voor de opslag van inspectiegegevens (WinCan Projecten). Bij gebruik van één harde schijf wordt aanbevolen om deze schijf in twee partities te verdelen.

Opdracht assistent

Na het aanmaken van de projectstructuur en -gegevensbank start automatisch de opdracht assistent
voor het ingeven van de benodigde gegevens zoals opdrachtnaam/nummer, doel, datum, enz.
Dit dialoogvenster kan de gebruiker ook naderhand oproepen via de algemene projectinformatie (1).
Een dubbelklik op de betreffende opdrachtregel (2) opent dan de opdracht assistent opnieuw:

1




2















In sommige landen worden extra gegevens verlangd volgens de daar geldende inspectie normen
(classificatie standaarden). In het geel gemarkeerd veld: Zie hieronder de beschrijving:
• In het veld Werknr kan de gebruiker het alfanumerieke werknummer invullen.
• In het veld Type wordt de aard van de werkzaamheden gekozen.
Het is nu ook mogelijk een project in meerdere opdrachten te verdelen, waarbij, in de meeste
gevallen, een project enkel één opdracht betreft.
Zijn alle velden naar behoren ingevuld, kan de gebruiker verder door op de groene OK-knop te
klikken.


Bestaande projecten inlezen

WinCan VX biedt de mogelijkheid om bestaande projecten te importeren voor nabewerking. Zorg ervoor dat je de juiste talen en landstandaard hebt geïnstalleerd en dat de bijbehorende licenties op de dongle zijn geactiveerd:


Met het commando Project openen (rode pijl) kom je in het Windows-dialoogvenster waar je het pad van het gewenste project kunt zoeken. Open tenslotte de submap DB in de projectmap. Daarin bevinden zich 2 gegevensbanken:


Tenslotte klik op de Open knop om het project toe te voegen aan de lijst die getoond wordt in de linker kolom van het WinCan VX hoofdscherm.
Opmerking over .sdf bestanden:
Elk WinCan VX project bezit twee .sdf bestanden in de DB map. Het bestand dat het achtervoegsel
_Meta.sdf heeft, is het metadatabestand voor het project en kan niet gebruikt worden om het project te openen. Het moet aldus geïgnoreerd worden. Dit bestand bevat alleen projectspecifieke gebruikersinvoer en adresgegevens van de toegewezen deelnemers (bijv. opdrachtgever, klant, inspecteurs, uitrusting) maar is toch erg belangrijk voor het succesvol openen en wijzigen van een WinCan VX project.

De projectmanager

WinCan VX biedt de gebruiker met de projectmanager de mogelijkheid projecten vanuit een venster te beheren. De projectmanager wordt opgeroepen over de menulijst en het tabblad projecten met de knop Projectbeheer:


Projectbeheer voorziet de gebruiker van de volgende opties door gebruik te maken van de knoppen
aan de rechterzijde van het venster:
6a1
2
3
4
55a5c65b75d

  1. Nieuw project aanmaken: met behulp van de project assistent.

  2. Bestaand project toevoegen: lokaal of op het netwerk uit de lijst van beschikbare projecten.

  3. Project hernoemen: Om een project te hernoemen, klik eerst op een project uit de lijst en klik daarna op de knop Project hernoemen. Er verschijnt een klein menu waarin je de nieuwe naam kunt invullen en bevestig dan met OK.

Opmerking over hernoemen:
Het is niet mogelijk een project te hernoemen indien het geopend is in WinCan VX.

  1. Project verwijderen: Verwijderen van het geselecteerde project van de actuele projectlijst. Het project wordt daarbij NIET van de betreffende harde schijf gewist.

Opmerking over verwijderen:
Het is niet mogelijk een project te verwijderen indien het geopend is in WinCan VX.


  1. Projecteigenschappen: Door te klikken op de knop Projecteigenschappen worden de volgende opties op het scherm weergegeven zoals informatie over de zichtbaarheid en welk type van het huidige geselecteerde project. Daarnaast heeft de gebruiker de mogelijkheid om via het Project Memo (RTF) scherm notities toe te voegen die ingesloten worden in het project: Dit bijkomend dialoogvenster maakt het mogelijk de toegangsrechten van het geselecteerde project in te stellen. Is de check box Zichtbaar voor alle gebruikers (5a) aangevinkt, kan men in het daaronder liggende veld (5b) bepalen, voor welke gebruikersgroepen het project beschikbaar zal zijn. Het rechter deel van het dialoogvenster (5c) dient om commentaar over dit project te schrijven. Een klik op de groene OK-knop (5d) slaat alle wijzigingen van de projecteigenschappen op


  1. Oracle/SQL Server Setup: Indien deze knop niet zichtbaar is ga dan naar File linksboven in het venster van Projectbeheer en selecteer uit het keuzemenu Modus.









De setup van dit commando is voor expert gebruikers die zeer grote projecten beheren van verschillende inspectievoertuigen. Expertise kan verkregen worden via de WinCan helpdesk indien nodig.


  1. Wissen ongedaan maken: Het commando Wissen ongedaan maken

    geeft de gebruiker de mogelijkheid om ofwel verwijderde databank records (1) te herstellen of om ze definitief (2) te verwijderen van de databank:




Door te klikken op de knop Alles selecteren kan de gebruiker alle records die gewist waren van de databank herstellen. Met de knop Keuze opheffen wordt de selectie ongedaan gemaakt.
Opmerking bij wissen:
De WinCan VX software wist NOOIT een project of databank records direct van de harde schijf. Dit blijft altijd de verantwoordelijkheid van de gebruiker.
Het zoekveld bovenaan de projectmanager dialoog maakt het mogelijk om binnen een groot aantal projecten naar een specifiek project te zoeken. Schrijf een deel van de projectnaam in dit tekstveld en klik op het vergrootglas om het zoekproces te starten:

WinCan VX toont je dan het eerste project dat overeenkomt met de zoekstring die je eerder hebt ingevoerd. De zoekstring zelf kan worden verwijderd met de delete knop rechts van het vergrootglas icoontje.

Snelkoppeling naar bestaand project

Het WinCan hoofdscherm biedt een snelle toegang tot de projectlijst die beschikbaar is binnen de projectmanager. Deze weergave geeft de gebruiker ook de mogelijkheid om groepen te creëren waaraan bestaande projecten kunnen worden toegewezen: Klik met de rechtermuisknop op de basismap Unassigned (Niet toegewezen), maak (1) en hernoem (2) zoveel mappen (groepen) aan als nodig is en sleep de betreffende projecten direct uit de lijst naar de gewenste map (3).
Let er altijd op dat je de muisaanwijzer op het projectsymbool (4) legt, voordat je het object naar de doelmap sleept:
42 31
Bestaande mappen (groepen) laten zich verschuiven en met het contextmenu (rechter muistoets op de groep klikken) wissen of hernoemen (5). Wordt een groep gewist, dan verplaatst WinCan de daarin aanwezige projecten automatisch weer in de standaardmap Niet toegewezen (Unassigned).














5





Onderaan de map lijst bevindt zich een pijlschakelknop (6), waarin zich een verdere bevelsgroep bevindt. Kies het bevel Projectlijst-opties (7), om de volgorde van de groepen aan te passen (8) of bepaalde groepen onzichtbaar te maken (9). 9867



Om een bepaald project snel op te roepen, type dan een deel van de projectnaam in het zoekveld (10), dat zich onderaan de groep lijst bevindt. WinCan toont dan alleen de betreffende projecten (11):
1110
11

Project sluiten

De knop Project sluiten beëindigt het huidige project en slaat alle wijzigingen in de betreffende mappen op. Het programma WinCan VX blijft daarbij geopend en een ander project laat zich daarmee sneller laden:




Project opnieuw laden

De opdracht Project opnieuw laden helpt de gebruiker om het huidige project bij te werken. Na het aanmaken van meervoudige inspecties of het samenvoegen van gegevens uit verschillende projecten kan het bijvoorbeeld voorkomen dat niet alle nieuwe gegevens direct getoond worden.
!worddav4bec3824a64144295c54af4ef6f9bddb.png|height=79,width=632!h1.Projectdeelnemers registeren
Met de knop Projectdeelnemers toewijzen heb je toegang tot de adresgegevens van de opdrachtgever, projectmanager en aannemer (uitvoerend inspectiebedrijf), die vervolgens aan het lopende project kunnen worden toegewezen.








Het linker gedeelte van het hoofdvenster (1) is verdeeld in drie secties voor het apart registreren van opdrachtgevers, projectmanagers en inspectiefirma's. Los daarvan kun je ook extra bedrijfsmiddelen invoeren, zoals personeel (operators), tv-voertuigen (2) en cameratypes (3):
42441
22
Alle vijf deelvensters hebben een groep standaardknoppen in de rechts onderaan in de hoek:
= Nieuwe deelnemer aanmaken
= Bestaande deelnemer bewerken
= Geselecteerde deelnemer wissen
= Deelnemer als standaard vastleggen
Alle deelnemersgegevens worden beheerd binnen een aparte gegevensbank (Global META-DB) in de vorm van individuele tabellen en kunnen worden toegewezen aan elk nieuw project of elke nieuwe opdracht. Om een deelnemer aan het huidige project toe te wijzen, klik je op het desbetreffende selectievakje in de kolom Toewijzen (4). Toegewezen deelnemers worden dan automatisch gekopieerd naar de lokale META-DB ([projectnaam]_Meta.sdf). Een deelnemer kan geopend worden door een dubbelklik op de gewenste regel of met de knop . In de bewerkingsmodus kunnen alle gegevens van de opdrachtgever, projectleider en inspectiefirma aangevuld worden. Dit wordt automatisch in het actuele project aangepast.
De datasets kunnen worden geopend door te dubbelklikken op de betreffende set of door op de knop te klikken. In de bewerkingsmodus vul je alle adresgegevens in voor de opdrachtgever (klant), projectmanager en aannemer. Deze worden automatisch toegewezen aan het huidige project. Een klik op de knop aan de rechterkant van de logoregel opent het Windows-dialoogvenster waar je het bestandspad voor het bedrijfslogo moet invoeren:



Zoek aansluitend in dit dialoogvenster naar het logo bestand.














1


Een klik op het diskette symbool (1) in de rechterbenedenhoek van het invoermasker slaat het bewerkte record op en voert je terug naar de lijstweergave.
Opmerking over logo's:
Indien een logo gekoppeld wordt aan een inspectiebedrijf, dan verschijnt dit op elke rapportpagina in de linker bovenhoek. Indien het logo gekoppeld wordt aan een opdrachtgever, dan verschijnt dit alleen op het voorblad. Logo's die aan een projectmanager gekoppeld zijn, worden op geen enkele pagina getoond.

Strengen/Inspecties registeren

De projectgegevens in WinCan VX bestaan enerzijds uit streng-, huisaansluitings- en put- en of knooppuntgegevens, waarbij elk van deze 3 categorieën zijn eigen inspectie- en waarnemingsgegevens bevat. Voor het bewerken van de gegevens kan de gebruiker overschakelen van een overzichtsweergave naar de invoerweergave in elke categorie:






















Klik op de knop rechtsonder in het strengoverzicht om een nieuwe streng te maken of gebruik de corresponderende contextmenu commando's. In de volgende invoerweergave kun je dan alle standaard specifieke streng- en inspectiegegevens intypen. Gebruik de Tabtoets of de muis om naar het volgende veld te springen. Sommige velden bevatten voorgedefinieerde lijsten (bijv. materiaal) en invoerformaten (bijv. inspectiedatum) om de invoer van gegevens te vergemakkelijken. Bestaande strengen zijn snel toegankelijk door te dubbelklikken op de betreffende regel om deze te bewerken in de invoerweergave.
Sla ten slotte je gegevens op met de disketteknop in de rechterbenedenhoek van het invoermasker en je bent weer terug in de overzichtsweergave.
Geselecteerde strengen, inspecties of waarnemingen kunnen het snelst worden gewist met de contextmenu opdracht Verwijderen of de betreffende knop rechtsonder in het betreffende werkgebied. Het linker gedeelte van het strengvenster bevat de z.g. vaste strenggegevens, die niet veranderen na verloop van tijd. Het rechter gedeelte bevat de variabele strenggegevens, die anders kunnen zijn bij een tweede inspectie van dezelfde streng en dus opnieuw moeten worden ingegeven. Voor meer informatie over meervoudige inspecties zie hoofdstuk 9.1.
De standaardkleuren van de velden in het invoermasker zijn BLAUW (strengvelden) of ROOD (inspectie- en waarnemingsvelden). De velden met de aanduiding GEEL zijn zogenaamde verplichte velden die moeten worden ingevuld. De veldkleuren kunnen te allen tijde worden gewijzigd onder Algemeen > Instellingen.

Meervoudige inspecties

Strengen, huisaansluitingen en putten kunnen in principe verschillende keren worden geïnspecteerd, maar je hoeft de betreffende basisgegevens NIET opnieuw in te voeren. Zodoende kunnen inspecties met elkaar vergeleken worden (bijv. vóór en na een sanering) of inspecties van jaren geleden en nu.
Ten eerste: selecteer en markeer de gewenste streng of huisaansluiting in het overzichtsvenster en maak een nieuwe inspectie aan door op de knop (1) te klikken.
In het daarop volgende dialoogvenster is de gewenste optie al geselecteerd en dat dien je te bevestigen door op het groene vinkje (2) te klikken.
3412
Als een bepaalde streng meerdere inspecties heeft, kunnen deze ook worden opgeroepen via het overzicht in het lij st vak (3) onder het overzicht van de strengen. Tegelijkertijd verschijnt het aantal inspecties voor de huidige streng in de kolom met het vergrootglassymbool (4).
Meerdere inspecties kunnen altijd worden verwijderd via het invoermasker, waar ze ook verschijnen in een overzichtstabel onder het inspectievenster. Selecteer daar de te verwijderen inspectie en klik op de
knop:

Het is mogelijk om een willekeurig aantal inspecties toe te voegen aan dezelfde streng. Elke inspectie dient een specifiek doel, zoals het onderstaande voorbeeld illustreert:
Inspectie 1: Standaardinspectie voor de eerste schadeonderzoek, dat automatisch wordt aangemaakt met een nieuw object (streng, huisaansluiting of put) zodra de gebruiker overschakelt naar het invoermasker.
Inspectie 2: Toestandscontrole na renovatie (renovatie inspectie).
Inspectie 3: Toestandscontrole na X jaar….
Opmerking:
Dit bedrijfsmodel wordt vooral gebruikt door instellingen die rioolinspectiegegevens beheren via een centrale databank. (SQL or ORACLE).
Particuliere inspectie firma's daarentegen onderzoeken dezelfde strengen in de functie van na-inspecties, waarbij streng- alsmede de inspectiegegevens meestal in nieuwe projecten wordt opgeslagen, zodat elke streng altijd maar één inspectie heeft.

Afgebroken inspecties samenvoegen

Als de camera tijdens de inspectie van de leiding op een onoverkomelijk obstakel stuit, moet je de inspectie afbreken en van de andere kant weer hervatten. Dit resulteert in 2 deelinspecties, die de gebruiker kan combineren tot één volledige inspectie. Deze werkwijze die in WinCan VX wordt ondersteund, wordt hieronder beschreven:
21
Start zoals gewoonlijk met de inspectie en registreer de streng- en inspectiegegevens en noteer de waarnemingen. Zodra de camera, om welke reden dan ook, de inspectie niet meer kan voortzetten dan moet je de code BDC invoeren „Inspectie afgebroken" en de reden waarom invullen (1):
Klik direct daarna op de knop (2): WinCan VX kopieert nu alle gegevens van de eerste inspectie in de nieuwe en wisselt daarbij automatisch de inspectierichting om.
3
Start nu de tegen-inspectie. Zodra de camera de plaats van de eerste inspectie bereikt, geef dan wederom de waarneming BCD "Inspectie afgebroken" in met als bijkomende opmerking:
Tegen-inspectie bereikt. Als de camera deze plaats niet kan bereiken, omdat hij weer op een obstakel stuit, voer dan opnieuw de waarneming in BCD met de gepaste karakterisering.
WinCan VX toont beide deelinspecties in een lijstvenster (4).





4

Klik op deze knop en WinCan herkent automatisch de deelinspecties die samengevoegd moet worden (4). Vink de deel-inspecties aan in het pop-up venster (5). Klik ook de inspectierichting van de samengevoegde streng.

Zodra de bij elkaar horende deelinspecties zijn uitgekozen, wordt de totaal geïnspecteerde lengte uitgerekend (6). Indien de uitgerekende lengte niet overeenkomt met de daadwerkelijke lengte, kan in dit veld de daadwerkelijke lengte ingetypt worden. De daadwerkelijke lengte kan uit de tekeningen gehaald worden, of bovengronds gemeten zijn met een meetwiel.
Als dit bevestigd wordt door op de groene OK-knop te klikken, dan maakt WinCan een derde inspectie over de totale strenglengte, waarbij het eventueel niet-geïnspecteerde deel door een waarneming wordt aangeduid. WinCan wist de deelinspecties niet.

Als de samengevoegde inspectie correct is, dan kunnen de deelinspecties handmatig gewist worden door naar de inspectielijst te gaan, die zich onderaan het invoervenster van de streng bevindt:

Waarnemingen/Schades registreren

Bij het aanmaken van een nieuwe streng toont WinCan VX altijd een lege waarnemingstabel:
341 52
Klik op de knop met het groene plusteken (1) in de hoek rechtsonder in de waarnemingstabel om een nieuwe waarneming toe te voegen. Of klik met de rechtermuistoets in de waarnemingstabel en een pop-up menu verschijnt en kies Nieuw (2). Een derde mogelijkheid is om op het + teken van je toetsenbord te gebruiken. Bestaande waarnemingen kunnen met een dubbelklik op de betreffende waarnemingsregel snel worden opgeroepen (3). In beide gevallen opent zich de waarnemingscatalogus. Met de Tabtoets spring je naar de volgende categorie of gebruik de muis om de waarneming correct af te werken. Geoefende operators kunnen de waarnemingscode (bv. BABBA) direct in codeveld (6) ingeven, zonder door de catalogusrubrieken te gaan. Een waarneming wissen kan op de volgende manieren: Klik met de linkermuisknop op een waarnemingsregel in de lijst en deze wordt dan blauw gemarkeerd. Klik daarna op het prullenbak symbool rechtsonder in de hoek (4). Of klik daarna op de rechtermuisknop en het pop-up verschijnt en selecteer wissen (5).
Klik op het groene vinkje, rechtsonder in de hoek om de invoer te bevestigen of op het rode kruis symbool om de waarnemingsinvoer af te breken. Het groene vinkje verschijnt op voorwaarde dat alle verplichte parameters van de catalogusnorm zijn ingevuld! 6

Invoer van aanvullende parameters

Sommige schadecatalogi (bijv. EN-13508) vereisen de invoer van aanvullende parameters om de beschrijving van de waarneming uiteindelijk te bevestigen. WinCan VX vermeldt deze geel gemarkeerde invoervelden standaard aan de rechterkant van het catalogus-venster:
12
Waarnemingen met betrekking tot de leidingomtrek worden beschreven door posities te kiezen op een kloksymbool (bv. klok 3 of klok van 5 tot 8). Om een klokpositie te kiezen, klik op het desbetreffende getal op het cijferblad. Om een bereik te kiezen, klik na elkaar op twee posities in wijzerrichting (1). Indien de klok niet wordt weergegeven, dan moet je de klokposities in het desbetreffende tekstveld typen. Sommige waarnemingen kunnen als afstandswaarneming vastgelegd worden. Geef dit aan in het betreffende veld met de invoer Start (2). Bij de volgende invoer van een waarneming verschijnt bovenin het catalogusvenster een lijst met nog openstaande waarnemingen. Door die waarneming te selecteren kun je die waarneming beëindigen door Einde te kiezen, of een parameter wijzigen door Wissel te kiezen: Bij bv. waterpeil, dat begonnen is met 10% te wisselen naar 25%.
Een klik op deze knop toont de waarneming direct voor een paar seconden in het videovenster.De meeste schadecodes maken het mogelijk om korte of meer gedetailleerde opmerkingen over de desbetreffende waarneming in te voeren. Hiervoor kan dit tekstveld geopend worden naar een opmerkingenvenster.2Dubbelklik op de gekleurde waarnemings-regel om de afstandswaarneming te wijzigen of te beëindigen.

Invoer met het toetsenbord

Om een waarneming volledig met het toetsenbord in te geven, ga dan als volgt te werk:

  • Druk op de + toets

  • Geef de waarnemingscode in (bv. BABBA) en druk op Enter

  • Geef de breedte van de scheur in (bv 5.) en druk op Tab

  • Druk 2x op het pijltje naar rechts om het startpunt aan te geven en druk op Tab

  • Geef de klokpositie aan (bv.12 uur) en druk op Tab

  • Geef een opmerking in en druk op Enter, of als je geen opmerking ingeeft, druk dan meteen op Enter. Als er voorgeprogrammeerde opmerking aanwezig zijn, kun je deze selecteren door de pijltjestoets naar recht te gebruiken.

Waarnemingen/Sneltoetsen

Veel gebruikte waarnemingen kun je bovenaan in de lijst plaatsen, zodat ze snel toegankelijk zijn door gebruik te maken van een sneltoets.
Om een sneltoets te maken van een waarneming (bv. BCDA) selecteer de waarneming zoals eerder beschreven in dit hoofdstuk.









Druk op de functietoets [F3]. De waarneming komt nu bovenaan de lijst te staan en krijgt een nummer toegewezen. Herhaal deze procedure om meer sneltoetsen van waarnemingen te maken.
Opmerking: Bij sommige toetsenborden hebben de functietoetsen een andere bestemming gekregen. In twijfelgevallen raadpleeg dan de handleiding van het toetsenbord.

Om deze waarneming in de toekomst snel te selecteren druk op de numerieke [+] toets en vervolgens op [1] en [ENTER].

Opmerking aanmaken bij waarneming

Je kunt zelf opmerkingen aanmaken en opslaan, die je kunt oproepen in het veld Opmerkingen van
een waarneming. Een opmerking die je aangemaakt hebt, staat ter beschikking bij elke waarneming.








Als je een waarneming geselecteerd hebt, klik dan met de rechter muistoets op de tekst Opmerkingen en klik op Lijst bewerken.









Toets de gewenste tekst in en klik op het groene vinkje.
Bij de invoer van de volgende waarneming staat deze opmerkingstekst ter beschikking door op de keuzemenu knop bij Opmerkingen te klikken.







Schadeclassificatie

Sommige inspectienormen voeren een automatische schadeclassificatie uit (bijv. NEN-EN13508:2020). De classificatie van de schade kan echter ook handmatig worden ingevoerd. Open de lijst in het veld "Klasse" van de betreffende waarneming in het waarnemingsvenster en kies de gewenste klasse.

Huisaansluitingen/Satelliet registreren

Huisaansluitingen (satellietstrengen) zijn particuliere leidingen die zijn aangesloten op de belangrijkste openbare rioleringen. WinCan VX heeft een apart venster voor huisaansluitingen. Zodra een inspectie is voltooid of afgebroken, vraagt het programma de gebruiker of de tijdens de inspectie geregistreerde aansluitleidingen automatisch moeten worden aangemaakt:
12
Een klik op de knop Annuleren beëindigt de inspectie zonder een huisaansluiting aan te maken. Een aanwezige verbinding tussen de huisaansluiting en het hoofdriool wordt weergegeven in de kolom Satelliet. Een klik op het bijbehorende symbool (1) in de SAT-kolom of in de leidingafbeelding springt direct naar het tabblad Satelliet/Huisaansluitingen (2) en markeert die huisaansluiting-leiding die is gekoppeld aan de eerder gemarkeerde hoofdriool:
Dubbelklik op de gemarkeerde aansluitleiding om het invoervenster te openen en gegevens te registreren. Met een klik op het straatrioolsymbool (3) in de leidinggrafiek spring je direct terug naar de betreffende hoofdleiding.
3
Indien de huisaansluitingen naderhand aangemaakt moeten worden, kan de gebruiker dit met behulp van het tabbladcommando Gereedschappen > Automatische aanmaak van huisaansluitingen realiseren (1). In het daaropvolgende dialoogvenster moet de voorgang nog worden bevestigd:

De SAT-kolom toont het overeenkomstige symbool de nieuwe verbinding tussen de huisaansluiting en het hoofdriool.
Belangrijk:
In het invoervenster voor de strenggegevens zijn in het veld Strengtype (leidingtype) twee lijstinvoeren beschikbaar:

Als de gebruiker de invoer Streng kiest, dan maakt WinCanVX een gegevensset aan in de categorie Strengen; valt daarentegen de keuze op Huisaansluiting verschuift de gegevensset automatisch in de categorie Satelliet (huisaansluitingen):

Putten/Knooppunten registreren

De tot strengen behorende putten of knooppunten kunnen ook in hetzelfde project worden opgeslagen. Het invoermasker voor de inspectie van putten verschilt echter fundamenteel van dat voor de strengen en huisaansluitingen, omdat er een groot aantal extra kenmerken of informatie over deze onderdelen moet worden ingevoerd.
Voor de gegevensinvoer en –bewerking staat eveneens een overzichts- en invoervenster ter beschikking:



Videodigitalisering

De opname/digitalisering van een videosignaal gebeurt ofwel door een interne (PCI/PCI Express-kaart van de fabrikant VITEC (1) of een externe MPEG-videokaart (MobileCap 124) van de fabrikant SENSORAY (2). In de handel verkrijgbare WDM-gebaseerde digitaliseringskaarten (3) worden ook ondersteund.
213
Het videosignaal kan afkomstig zijn van een TV-camera, videorecorder of andere signaalbron. De digitizer wordt geselecteerd via Algemeen > Instellingen > Live Video. Een klik op de knop Apparaat instellingen opent een ander dialoogvenster voor het activeren van het camerasignaal:


Als alle instellingen in orde zijn, dan verschijnt het videobeeld in dit scherm.
Een uitvoerige beschrijving tref je aan in hoofdstuk 5.5.

Videovenster

Het videovenster bevindt zich bij de eerste start van WinCan VX in de rechter bovenhoek van het hoofdvenster. Het videovenster kan naar ieder gewenste plaats verschoven worden en bijvoorbeeld ook naar een tweede monitor en eventueel vergroot worden. Bij uitgeschakelde camera verschijnt standaardmatig het WinCan-logo. Drie verschillende arbeidsmodi worden in het videovenster ondersteund:

  • Camerasignaalmodus: Weergave en opname van het live-signaal van een aangesloten inspectiecamera.

  • Videoclipmodus: Weergave van de opgenomen videoclips. Worden videoclips met externe systemen opgenomen (bv. camerasystemen met geïntegreerde videodigitalisering of met een inspectiecamera verbonden digitale videorecorder) en aansluitend in WinCan VX geïmporteerd, kan WinCan GEEN garantie geven, dat zulke video's in ELK geval afgespeeld kunnen worden.

  • Fotomodus: Weergave van de opgenomen foto's. Met een normale, digitale fotocamera opgenomen foto's laten zich probleemloos importeren.



Videoclips opnemen en afspelen

Per streng wordt standaard 1 videoclip opgenomen, die het totale waarnemingsbeeld van de actuele streng documenteert. Schakel het live-signaal in en klik aansluitend op de knop met de rode punt om de opname te starten:
Live-signaal inschakelen.

Live-signaal uitschakelen
OF
videoweergave beëindigen
Regeling van de beeld-kwaliteit tijdens de opnameVideo-opname startenVenster op volledige schermgrootte Tijdens de schadebeschrijving met behulp van de catalogus wordt de opname AUTOMATISCH gepauzeerd en AUTOMATISCH voortgezet na de schade-invoer. Controleer voor het starten van de opname of de betreffende optie is geactiveerd in de algemene programma-instellingen onder Algemeen > Instellingen.
Foto-opname direct vanaf live-signaal of vanaf videoclipOpname stoppenOpname manueel pauzeren
De video's worden direct in de project submap Video opgeslagen en standaard met de eerste waarneming gekoppeld. Een dubbelklik op het filmsymbool in de kolom Clip start de weergave van de opgenomen videoclip:
Videoclip
Voorwaarts/achterwaarts afspelenVideoclip afspelen op een specifieke plaats

Weergave pauzerenWeergave beëindigenAfspeelsnelheid wijzigen

Foto's maken

Per waarneming kunnen twee foto's worden gemaakt, die ofwel uit het huidige live-signaal ofwel uit een bestaande videoclip kunnen worden gemaakt.

  • Verplaats de inspectiecamera naar de genoemde positie in de leiding OF start de weergave van een reeds bestaande videoclip.

  • Stop dan de camera OF pauzeer de videoclip op de plaats van de schade.

  • Maak een nieuwe waarneming voor de huidige streng.

  • Druk op de fotoknop (1) in het videovenster of dubbelklik op de grijze stip (2) in de kolommen Foto1 en Foto2 om een foto van de huidige videoweergave vast te leggen:


21
De foto's worden direct opgeslagen in de project-submap Picture en gekoppeld aan de bijbehorende waarneming.
Belangrijk:
Om bestaande videoclips of foto's tijdens een lopende inspectie direct te vervangen, is het voldoende om bij ingeschakelde camera op het betreffende symbool te dubbelklikken en de daarop volgende waarschuwingsboodschap met JA te bevestigen:

Foto's bekijken

Schakel de camera altijd uit voordat je begint met het bekijken van een foto in het videovenster, zodat alleen het WinCan-logo in het videovenster wordt weergegeven (1):
12
Een dubbelklik op het betreffende fotosymbool (2) in de kolommen F1 of F2 toont daarna de gewenste foto:

Schadeplaatsen in het beeld markeren

Open het bijbehorende schadebeeld en klik op de knop om het dialoogvenster met de markeergereedschappen te openen:

Selecteer een geschikt markeerinstrument en de kleur daarvan en sleep het direct in de foto terwijl je de linkermuisknop ingedrukt houdt. Het markeerinstrument kan nu gemakkelijk worden gedraaid en verplaatst.

Zodra je op de groene OK-knop klikt, wordt de afbeelding samen met de markering opnieuw opgeslagen.
Belangrijk:
Als een markering eenmaal is aangebracht, kan deze na het opslaan niet meer worden verwijderd.

Videoclips en foto's importeren

Videoclips of beelden die rechtstreeks op externe gegevensdragers (digitale camera's, geheugenchips, USB-sticks enz.) zijn opgenomen, kunnen snel en eenvoudig in het huidige project worden geïntegreerd.
Schakel hiervoor het livebeeld uit en dubbelklik op de grijze stip (1) in de kolommen F1, F2 of Clip van de waarnemingsregel waaraan je de foto/video wilt toewijzen:
1
In het volgende Windows-dialoogvenster kan je zoeken naar de gewenste videoclips en/of foto's binnen je bestandsopslag, deze selecteren en importeren in het huidige project door te klikken op de knop Openen (2):
2

Videoclips en foto's wissen

Markeer de waarnemingsregel met de te verwijderen videoclip. Klik met de rechtermuisknop op het videosymbool en selecteer de contextmenu-opdracht Wis 'Clip':

Belangrijk:
Deze handeling verwijdert GEEN videoclips van de harde schijf, maar plaatst ze in de project submap \Trash\Video\Sec (voor strengvideo's) respectievelijk \Trash\Video\Node (voor putvideo's).
Markeer de waarnemingsregel met de te verwijderen foto. Klik met de rechtermuisknop op het fotosymbool en selecteer de contextmenu-opdracht Wis 'F1':




Belangrijk:
Deze handeling verwijdert GEEN foto's van de harde schijf, maar plaatst ze in de project submap \Trash\Picture\Sec (voor strengfoto's) respectievelijk \Trash\Picture\Node (voor putfoto's).


Bestandsnamen voor foto's en videoclips vastleggen

Bij de opname van videoclips en foto's slaat WinCan VX deze bestanden op met unieke bestandsnamen. Een deel van de bestandsnamen kan gebruikers gedefinieerd vastgelegd worden. Echter, de eenduidige identificering van de video- en fotobestanden door het bedrijfssysteem is in ieder geval het veiligst.
Sommige normen stellen een bepaald bestandsformaat verplicht. WinCan VX stelt deze verplichte formaten ter beschikking, maar geeft de gebruiker ook de mogelijkheid zelf een formaat te kiezen.
Klik, in het hoofdvenster van WinCan VX, naar het tabblad Algemeen > Instellingen > Plug-ins >
ProjectMediaFilesRenaming en klap het pull-down-menu open. Kies het gewenste formaat.












Kies Custom als je een eigen formaat wilt maken. Klik op het tandwiel van de gewenste categorie.


















Dubbelklik in het rechter veld, op de gewenste regels. Als je klaar bent, dan sla het formaat op door op het groene vinkje te klikken.

Bestandsnamen voor foto's en videoclips hernoemen

Indien de namen van de video- en fotobestanden naderhand aangepast moeten worden, is er een gereedschap in WinCan VX beschikbaar.
Ga in het hoofdvenster, naar het tabblad Gereedschappen (1) > Diverse gereedschappen (2) > Project mediabestanden hernoemen (3).















Kies Instellingen om het formaat van de bestandsnamen te bepalen. Nu verschijnt hetzelfde venster als beschreven in hoofdstuk 14.7.
Kies daarna van welke inspectie je de bestandnamen wilt veranderen.
OPGELET: De herbenoeming start nu onmiddellijk.

Sturing van de tekstgenerator (OSD)

Verschillende voorwaarden en programma-instellingen voor een functionerende aansturing van de tekstgenerator (OSD = On Screen Display) via de WinCan VX-software worden in detail beschreven in hoofdstuk 5.6. In het volgende hoofdstuk wordt beschreven hoe de gebruiker kan bepalen hoe en welke informatie op een bepaald moment weergegeven moet worden.

Configuratie van de OSD-lijst

Nadat alle bovengenoemde apparaat- en software-instellingen zorgvuldig zijn gecontroleerd en aangepast, kan de operator nu ook de tekstweergave via de WinCan VX-software bedienen, mits de relevante functietoetsen zich in de OSD-balk van het hoofdscherm bevinden.
Klik met de rechtermuisknop in een leeg gebied van het OSD-venster en activeer de configuratiemodus: de achtergrondkleur van het venster verandert van grijs naar geel en de dialoogvensters worden gelijktijdig weergegeven, waarbij alle apparaat specifieke OSD-functies in de vorm van knoppen worden weergegeven. Deze kunnen nu gemakkelijk in de OSD-lijst worden gesleept door de linkermuisknop ingedrukt te houden.

Selecteer de contextmenu opdracht Instellingen opslaan om de ingevoegde functieknoppen en hun positie op de OSD-lijst op te slaan.

... of activeer de configuratiemodus opnieuw, bijvoorbeeld om een functie die niet meer nodig is uit de OSD-balk te verwijderen met de opdracht Verwijderen uit het contextmenu.
Je verlaat de configuratiemodus door herhaaldelijk op de overeenkomstige opdracht te drukken, waarna de achtergrondkleur van het OSD-venster terug verandert in GRIJS:

Met de knoppen Paneel2 (1) en Paneel1 (2) kun je tussen twee standaardgroepen van functietoetsen heen en weer schakelen:
2
De knoppen voor het vastleggen van de tekstkleur en de tekstachtergrondkleur bevinden zich in een extra dialoogvenster, dat je via de knop OSD-objecten moet oproepen:

Kleurkeuze voor werkmasker en strenggegevens
Kleurkeuze voor tekst- en achtergrondkleur van de door het apparaat ondersteunde OSD-objecten
Klik op de hierboven gemarkeerde knoppen om een kleur voor een tekst- en tekstachtergrondkleur te selecteren met behulp van het voorgedefinieerd kleurenpalet:



Gegevens filteren

Als het actuele project een grote hoeveelheid gegevens bevat, dan kan je met behulp van de in WinCan VX ingebouwde filterfuncties eenvoudig de benodigde gegevens vinden. Wissel vanaf je project naar het tabblad Gereedschappen. Gebruik oftewel de Snelfilter voor het snel zoeken naar gegevens in de projectgegevensbank of het uitgebreide filter (gebruikers gedefinieerde filter) voor complexere aanvragen, waarna in de gegevens aansluitend gezocht moet worden.

Snelfilter

De Snelfilter werkt met een voorgedefinieerde veldlijst (1) die automatisch die tekst levert die je als laatste hebt ingevoerd (2). Zodra je op de knop Filter toepassen (3) klikt, worden alle gegevensrecords die overeenkomen met het filtercriterium direct in het strengoverzicht weergegeven en gemarkeerd met een lichtgele kleur. Een herhaalde klik op de knop Filter toepassen (3) geeft alle gegevensrecords weer:
213

Uitgebreide filter

De uitgebreide filter (4) biedt daarentegen de mogelijkheid om verschillende criteria te combineren en zo de gegevensbank meer in detail te doorzoeken. De query moet altijd worden opgeslagen onder een specifieke naam (4a) voordat de filtercriteria worden gedefinieerd. Met behulp van de PLUS-knop (5) kun je verdere filtercriteria toevoegen.
96587* Alle: De records moeten aan alle criteria voldoen

  • Één: De record moet aan één criterium voldoen4a5a4


    Een klik op de filterknop (6) toont het aantal gevonden records in het filterdialoogvenster. Klik vervolgens op de knop van het vergrootglas (7) om een vooraanzicht van het filterresultaat te krijgen en bevestig dit door op de groene OK-knop (8) te klikken: Het strengoverzicht toont nu alle gegevensrecords die aan de query-criteria voldoen. Een herhaalde klik op de knop Filter toepassen (9) toont alle gegevensrecords opnieuw.

    Gefilterde gegevens exporteren

    De opdracht Gegevensuitwisseling > Project Exporteren kopieert de momenteel gefilterde gegevens naar een nieuw project dat automatisch op de achtergrond wordt aangemaakt. De gebruiker heeft de mogelijkheid om de eerder gefilterde gegevens te kopiëren naar het nieuwe project en het kopieerproces te beperken tot bepaalde datavolumes of datatypes (1). Als de optie Export filter gebruiken is uitgevinkt (2), wordt een 1:1 kopie van het huidige project gemaakt in de doelmap (3):

    21


    13




    GEGEVENS ZOEKEN EN VERVANGEN

    Voor het corrigeren van de gegevens in de databank biedt WinCan de functie zoeken en vervangen aan. Klik op de relevante opdracht in het tabblad Gereedschappen, selecteer het veld met de te vervangen gegevens (1) en voer de oorspronkelijke tekst (2) en de nieuwe tekst (3) in de relevante kolommen in. Met de knop

    kun je ook meerdere velden aan een zoekbewerking toevoegen. Klik tenslotte op de knop VERVANGEN om de opdracht uit te voeren:
    321


    Als de optie Altijd vervangen is geactiveerd, vervangt WinCan VX de oude tekst door de nieuwe tekst in alle gegevensrecords. In geval van twijfel, schakel deze optie uit.
    Als de inhoud van bepaalde velden slechts voor een bepaalde groep strengen moet worden vervangen, dan kun je deze vooraf filteren. De gezochte gegevens worden dan vervangen door de nieuwe gegevens, alleen voor de gefilterde strengen.

    GEGEVENS SORTEREN

    Sommige eindklanten (ingenieursbureaus) geven de voorkeur aan het afdrukken van inspectierapporten in een bepaalde volgorde. De opdracht Diverse Gereedschappen > Sorteren opent een dialoogvenster waarin de gebruiker de volgorde van de strengen kan aangeven volgens vooraf gedefinieerde sorteercriteria. Gebruik de knop

    om nieuwe criteria toe te voegen, die hiërarchisch worden toegepast.
    21


    In dit voorbeeld sorteert het programma de strengen in eerste instantie naar Straat (oplopend) en in tweede instantie naar Strenglengte (aflopend).










    12


    Zodra je op de knop Sorteren in het dialoogvenster klikt, dan rangschikt WinCan VX de strengen overeenkomstig en gebruikt exact dezelfde volgorde bij het afdrukken van het inspectierapport.

    INSPECTIEGEGEVENS PRINTEN/EXPORTEREN

    Als de gehele gegevensverwerving is voltooid, kan de gebruiker de projectgegevens in verschillende vormen uitvoeren, wat in dit hoofdstuk in detail wordt beschreven:

  • Directe uitvoer van het inspectiebericht naar een printer

  • Opslag en elektronisch versturen van een inspectierapport als een PDF-bestand

  • Branden/Opslaan van de projectgegevens samen met WinCan VX op een externe gegevensdrager

Inspectierapporten printen

Kies bovenaan in het menu de opdracht Afdrukken om de actuele projectgegevens in de gewenste vorm te printen. WinCan VX voorziet in maximaal 26 verschillende rapporttypen met bijbehorende standaardinstellingen.
4532 1

  1. Dit gedeelte van het dialoogvenster omvat alle rapporttypen, welke WinCanVX momenteel ter beschikking stelt: Open eerst de gewenste hoofdgroep (1) voor strengen, knooppunten of huisaansluitingen en kies vervolgens het rapport dat je wenst uit te printen.

  2. Dit gedeelte bevat meerdere printopties betreffende het met 1 gemarkeerde rapporttype.

  3. Dit gedeelte toont alle uitgifteopties voor het gekozen rapporttype.

  4. Gebruik de printerknop (4) om het afdrukvoorbeeld van de geselecteerde rapporten te starten of om het inspectierapport in PDF-formaat te maken. Afhankelijk van de omvang van het project kan de voorbereiding van de pagina's enkele minuten duren. Een groene voortgangsbalk (5) in de statusbalk informeert de gebruiker hierover.

Klik op het tandwielsymbool (6) links naast printknop (7c) om een extra groep van printopties te tonen die overigens altijd standaard geactiveerd zijn.
Als je een inspectierapport wilt afdrukken op briefpapier met een voorgedrukt logo, dan moet je de optie Bedrijfslogo printen uitschakelen.
Bedrijfslogo's, die door hun afmetingen een groot deel van de kopregel van het rapport vullen, kunnen worden afgedrukt zodra de optie Contactgegevens tonen is uitgeschakeld:
7c67b7a
Het printen van een groep strengen (bijv. "1-10") of een enkele streng (bijv. "1,5,11,18") wordt gerealiseerd door de optie Bereik (7a) te selecteren. Beide notaties kunnen ook worden gecombineerd. Een rapport in PDF-formaat wordt pas aangemaakt als je op de printerknop (7c) drukt nadat je de optie Creëer document > Document per project hebt aangevinkt en de locatie van het PDF-bestand hebt opgegeven (7b):

Inspectierapporten met klassekleuren printen

De in het inspectierapport vermelde waarnemingen kunnen ook in kleur worden afgedrukt. Vermeld daartoe in de waarnemingstabel (1 ) de omvang van de schade in het veld "Klasse". Hiervoor is een voorgedefinieerde schaal met waarden van 1 tot 5 beschikbaar. Wissel aansluitend naar het afdrukvenster via het tabblad Afdrukken > Rapport afdrukken en roep het rapporttype Legende Schadenklasse op (2). Wijzig een bepaalde klassekleur naar wens met behulp van het kleurenpalet dat wordt geopend door te klikken op de pijlknop (3) naast het betreffende kleurveld. Controleer ook of de schadeklassen in het gewenste veld (4) zijn ingevoerd en sla ten slotte het door u gemaakte kleurensjabloon op onder een nieuwe naam (5) met behulp van de knop :
32 1



5
4
Je kunt nieuwe kleurensjablonen toevoegen met behulp van de knop . Bestaande kleurensjablonen kunnen worden opgeroepen met de knop .

Inspectierapporten met gekleurde leidinggrafiek printen

Veel normen werken met een voorgedefinieerde lijst van invoer in het veld Leidingsoort, waarbij voor elke streng de desbetreffende leidingsoort moet worden bepaald. Om de leidinggrafiek die op het inspectierapport verschijnt in kleur te tonen, kan de gebruiker voor elk leidingsoort de gewenste kleur opgeven. Schakel hiervoor over naar het afdrukdialoogvenster, roep het rapporttype Strenginspectie op (1) en klik onder de printopties Kleur leidinggebruik (2).
Wijs nu aan elk kanaaltype de kleur toe die moet worden gebruikt voor de leidinggrafiek in het inspectierapport (3).

Inspectierapporten met aansluitsymbolen printen

De velden Knooppunt boven en Knooppunt onder bevatten meestal informatie over putten. Voor leidingen die aan de bovenste en onderste aansluitpunten geen put hebben, is het echter raadzaam om de standaard symbolen met grijze cirkels te vervangen door betekenisvollere symbolen. Hiervoor moeten de volgende punten in aanmerking worden genomen:

  • In het invoermasker voer je de exacte omschrijving in van het bovenste aansluitpunt in (bijv. toilet, wastafel, keukenafvoer, dak, straatafvoer) en in onderste aansluitpunt doe je hetzelfde (bijv. hoofdriool, verzamelleiding, beek, rivier, meer enz.) .

  • Schakel vervolgens over naar het afdrukvenster, roep het rapporttype Strenginspectie op (1) en klik daarna op de knop Putsymbool (2).

  • Voer daarna in het tekstveld naast het gewenste symbool exact dezelfde omschrijving in, die je al gebruikt hebt in de invoervelden Knooppunt boven en Knooppunt onder. Controleer op de correcte spelling van de ingevoerde gegevens en sla ze op door op de groene OK-knop te klikken. Meerdere invoer moeten worden gescheiden door een komma (3):

234 1
Als het wildcard-teken "*" (4) wordt ingevoerd, worden ook delen van de ingevoerde tekst in de velden Knooppunt boven en Knooppunt onder herkent: de gebruiker kan dus aansluitpunten (WC1, WC2, WC3 enz.) nummeren en het gewenste symbool verschijnt in ieder geval op de afdruk van het rapport. Op de volgende pagina staat een standaard inspectierapport dat is afgedrukt met WinCan VX.
Voorbeeld van een WinCan VX inspectierapport:



Gegevensverdeling op DVD of harde schijf

Net als in de vorige versies kunnen de projectgegevens die in WinCan VX zijn opgenomen, worden gedistribueerd op DVD, mobiele harde schijven of USB-sticks. Om de programmamodule te starten, selecteer je Gegevensuitwisseling > Gegevensverdeling. Een gegevensverdeler wizard stuurt de afzonderlijke stappen aan zodat het project correct kan worden gedistribueerd naar één of meer gegevensdragers, gebrand op DVD of gekopieerd naar mobiele harde schijven (of USB-sticks), afhankelijk van de grootte van het project:

Specificeer het medium voor de distributie en klik op Volgende:
Normaal = Actuel project met WinCan VX verdelen
Licht = Actuel project met Light Viewer verdelen
Markeer vervolgens het te verdelen project met behulp van de checkbox in de kolom Verdelen en klik op Volgende:

De knop Meer Opties opent een extra dialoogvenster waarin je wijzigingen kunt aanbrengen in de distributie-instellingen:
54312

  1. Wordt deze optie aangevinkt, dan schrijft het programma de naam van de gegevensdrager in het desbetreffende inspectieveld (INS_VideoRef).

  2. Een klik op deze knop opent een extra dialoogvenster voor een gebruiker gedefinieerde aanpassing van de foto- en videobestandsnamen. Bij Standaard voorinstellingen (2a) zijn voorinstellingen te selecteren die bepaald zijn door inspectiestandaards.

2a

  1. Via dit map-icoon kan het pad naar het tijdelijke image-map geselecteerd worden. Standaard wordt dat image-bestand van de te verdelen gegevens in de map C:\Gebruikers\Openbare documenten \CDLAB\Common\Images aangemaakt en aansluitend direct door WinCan VX gebrand.

  2. Via dit map-icoon wordt de opslagplaats van de te verdelen gegevens vastgelegd in de vorm van een ISO-bestand (gecomprimeerd bestand). Dit bestand kan later op een andere computer met externe software gebrand worden.

Bevestig tenslotte alle invoer met de groene knop (5) om terug te keren naar de gegevensverdeler wizard.
WinCan VX maakt een tussenkopie van de te verdelen gegevens in de tijdelijke imagemap op de achtergrond. Als het distributieproces zonder fouten verloopt, wordt dit uiteindelijk bevestigd door een bijbehorend bericht:

Het brandprogramma wordt direct na afloop van het distributieproces automatisch opgeroepen. Een klik op de knop Branden start het brandproces:
Brandsnelheid:

Bekijken van de gegevens door de opdrachtgever

De klant kan de projectgegevens die op externe gegevensdragers zijn aangeleverd direct in WinCan VX bekijken op elke WINDOWS-computer. In dit geval draait de software in de weergavemodus (VIEWER-modus), waarvoor geen licentie nodig is.
Na het invoegen van de gegevensdrager verschijnt de volgende WINDOWS-standaardmelding:













Een klik op het programmapictogram start WinCan VX en geeft de gedistribueerde projectgegevens direct weer in de weergavemodus (Viewer modus):

De weergavemodus blokkeert automatisch alle programmafuncties voor registratie en verwerking van gegevens. Als de klant (bv. ingenieursbureau, gemeentes) de gegevens moet bewerken, is het essentieel om een licentie voor WinCan VX aan te schaffen.
Als een project op DVD wordt gebrand met WinCan VX, dan duurt het ongeveer 3 minuten tot het hoofdscherm verschijnt en alle gegevens worden geladen.
Als de gebruiker de optie Light selecteert in de gegevensverdeler wizard, dan verlopen de processen gegevens verdelen en branden aanzienlijk sneller. Tenslotte worden de projectgegevens weergegeven met behulp van de nieuwe WinCan Light Viewer-toepassing.
Deze software is specifiek beperkt tot de basisfuncties om snel toegang te krijgen tot de meest gevraagde projectgegevens. Zodra de DVD in het station is geplaatst, start de WinCan Light Viewer na enkele seconden en toont de gebruiker de schermweergave verdeeld in drie hoofdkolommen:

  • De linker kolom bevat het weergaveprogramma voor de videoclip van het desbetreffende project (bijv. streng, satelliet of put ->

    , dat in de onderstaande tabel werd geselecteerd.

  • De middelste kolom toont het inspectierapport van de gekozen streng in Pdf-formaat.

  • Het rechter gedeelte toont alle gemaakte foto's van de geselecteerde streng.


Als een project op DVD wordt gedistribueerd met behulp van de WinCan Light Viewer, kunnen niet alle soorten gegevens worden weergegeven om de hierboven genoemde redenen.
Als een gebruiker toegang wil krijgen tot bestaande hellingsgegevens, leiding- en deformatiescans, 3D-weergaven van leidingennetwerken, GIS-data enz., dan moet het project worden gedistribueerd met WinCan VX.


Converteren van projecten (V8 naar VX)

Projecten die met de vorige versie WinCan V8 zijn opgenomen, kunnen probleemloos in WinCan VX worden geïmporteerd. Je start het conversieprogramma via het tabblad Gegevensuitwisseling > V8 naar VX converter. Een wizard maakt stapsgewijs een VX project dat overeenkomt met het betreffende V8 project.

Voer het bronpad in van de V8 projectgegevensbank en het in V8 project toegepaste mappingbestand en klik op de dubbele pijl (rechts) om verder te gaan. In Nederland wordt normaliter het mappingbestand Mapping_NETHERLANDS_NEN3399.xml gebruikt. In België gebruikt men: Mapping_BELGIUM_NBNEN13508.xml.
Klik op Volgende:

Bevestig de onderstaande samenvatting door op Volgende te klikken:

Het conversieproces wordt nu uitgevoerd en via een voortgangsbalk weergegeven:

Als de conversie is voltooid, kun je het project registreren door op de knop Ja te klikken en het conversieprogramma afsluiten door op de knop met het groene vinkje te klikken.


Het geconverteerde project verschijnt direct in de WinCan VX-projectlijst en kan van daaruit direct worden opgeroepen:




Samenvoegen van meerdere projecten

Het samenvoegen van projecten is een kopieermethode waarbij de WinCan VX-software gegevens van meerdere projecten (bronprojecten) combineert tot één project (doelproject), waarbij rekening wordt gehouden met verschillende opties.
Projecten die je wilt samenvoegen moeten altijd dezelfde templates en dezelfde schade standaard hebben. Anders zal een latere land specifieke gegevensexport door de klant (ingenieursbureau) onjuiste resultaten opleveren.
Het is aan te raden om de gegevens van de bronprojecten altijd te kopiëren naar een leeg doelproject. De bijbehorende programmafunctie wordt opgeroepen via het commando Gegevensuitwisseling > Projecten samenvoegen:

De bijbehorende wizard toont dan de lijst met beschikbare projecten. Selecteer de bronprojecten (1) die uiteindelijk in hetzelfde doelproject moeten zitten:
12
Door het activeren van de expertmodus (2) via het commando Bestand wordt een extra venster met geavanceerde opties geopend.

De opties die zichtbaar zijn in de expertmodus en de algemene instellingen in de wizard (zie hoofdstuk 20) worden anders automatisch ingesteld op de achtergrond.
In de volgende stap wordt opnieuw een lijst met beschikbare projecten weergegeven. Selecteer daaruit het gewenste doelproject en klik op Volgende:

Bevestig de onderstaande samenvatting door op Volgende te klikken om het kopieerproces te starten:

Een voortgangsbalk geeft het kopieerproces aan. Afhankelijk van het datavolume en het type schijf (lokale schijf, netwerkschijf...) kan dit proces meer dan 1 uur duren.

Wanneer het proces is voltooid, kun je de wizard afsluiten door op de knop met groene vinkje te klikken en het resultaat in WinCan VX te bekijken.

Projectsamenvoeging, instellingen

De WinCan VX-software kopieert de projectgegevens tabel voor tabel. Dit betekent dat voor elke tabel of tafelgroep een aparte kopieermethode kan worden gedefinieerd. De volgende voorbeelden illustreren dit:
Kopieer alleen nieuwe inspectiegegevens (zonder bijbehorende strenggegevens) EN overschrijf oude inspectiegegevens.
Kopieer strengen ZONDER de bijbehorende putten
Kopieer putten ZONDER de bijbehorende strengen
Het voordeel van dergelijke mogelijkheden is een aanzienlijke tijdsbesparing zodra grote hoeveelheden gegevens moeten worden gekopieerd.
Om dit te doen, start de wizard Projecten samenvoegen en selecteer het commando Bestand > Instellingen van de assistent:

Aan elke gegevensbanktabel kun je nu een specifieke kopieermethode toewijzen die via de bijbehorende tabbladen wordt opgeroepen, en zo bepalen hoe en of deze gegevens uiteindelijk naar het doelproject moeten worden gekopieerd.

De individuele kopieermethoden worden hieronder beschreven:

  • Geen samenvoeging: De gegevens van de geselecteerde tabel worden niet gekopieerd naar het doelproject.

  • Alleen samenvoegen toevoegen: Deze methode maakt altijd een nieuw object. Bestaande objecten met dezelfde naam (strengen, inspecties) worden niet gewijzigd of overschreven. De gebruiker moet eventuele dubbele strengen handmatig verwijderen.

  • Samenvoegen updaten: Eerder geëxporteerde objecten worden geactualiseerd of overschreven. Nieuw objecten worden altijd toegevoegd. Deze methode wordt vooral toegepast bij export van of naar inspectievoertuigen.

  • Standaard samenvoegen: Alle bestaande objecten worden overschreven. Nieuwe objecten worden altijd toegevoegd.

  • Differentiële samenvoeging: Alleen die objecten worden gekopieerd die op een later tijdstip zijn aangemaakt of geüpdatet. Deze methode is momenteel nog niet beschikbaar.



Onder het tabblad Andere (1) staan nog meer objectcategorieën (bijv. templates, mediabestanden zoals foto's en video's), waaraan de gebruiker een specifieke kopieermethode kan toewijzen:
1
Directe wijzigingen in deze standaardopdrachten dienen alleen door ervaren gebruikers te worden aangebracht, anders neemt het risico op fouten tijdens het kopieerproces toe. Om het risico op fouten tijdens het samenvoegen van een project te minimaliseren, zijn de volgende 4 kopieerstrategieën beschikbaar voor de gebruiker en zijn deze eenvoudig toegankelijk via de wizard voor de project samenvoeging > Expertmodus:

Tabellengenerator

Om de tabellengenerator te openen, klik onder het tabblad Afdrukken op de knop tabellengenerator:

1Er opent automatisch een nieuw venster van de tabellengenerator:
2
In de eerste (lichtblauwe) regel kan de gebruiker via de tabbladen Streng, Inspectie, Waarneming en Classificatie verschillende gegevensbankvelden weergeven die beschikbaar zijn voor selectie. In bereik worden de corresponderende gegevensbankvelden getoond. Om de tabel te maken, moet je een keuze maken uit diverse gegevensvelden en die direct slepen (of dubbelklikken) naar de plaats in Afdrukvelden:






De af te drukken gegevens sleep je naar Afdrukvelden terwijl je de linkermuisknop ingedrukt houdt. Laat dan de muisknop los. Of een 2e manier is eenvoudig op het gewenste veld dubbelklikken.
De velden worden in dezelfde volgorde geprint zoals ze in afdrukvelden staan.
Om de gedefinieerde velden als een lijst in Pdf-formaat uit te voeren, klik je op de PDF-knop.
Resultaat:

TEST













Knooppunt boven

Knooppunt onder

Datum

Insp. lengte [m]

Code NEN

Hoogste klasse

 

30018

20234



5





 

PR01

450



0





 

18012

18010

4-11-2019

24,47

BCDA



 

18012

18010

4-11-2019

24,47

BDA



 

18012

18010

4-11-2019

24,47

BDA



 

18012

18010

4-11-2019

24,47

BAJB5



 

18012

18010

4-11-2019

24,47

BAJC5



 

18012

18010

4-11-2019

24,47

BABA5



 

18012

18010

4-11-2019

24,47

BABA5



 

18012

18010

4-11-2019

24,47

BCEA



 

18007

18006

5-11-2019

9,71

BCDA



 

18007

18006

5-11-2019

9,71

BDD1



 

18007

18006

5-11-2019

9,71

BDD1



 

18007

18006

5-11-2019

9,71

BAJB5



 

18007

18006

5-11-2019

9,71

BDA



 

18007

18006

5-11-2019

9,71

BCEA



 

18010

18007

5-11-2019

37,7

BCDA



 

18010

18007

5-11-2019

37,7

BCAB5



 

18010

18007

5-11-2019

37,7

BAJA5



 

18010

18007

5-11-2019

37,7

BDA



 

18010

18007

5-11-2019

37,7

BAHZ5



 

18010

18007

5-11-2019

37,7

BAIA3



 

18010

18007

5-11-2019

37,7

BAJA1



 

18010

18007

5-11-2019

37,7

BDA



 

18010

18007

5-11-2019

37,7

BCAB5



 

18010

18007

5-11-2019

37,7

BAHZ5



 

18010

18007

5-11-2019

37,7

BAIA3



 

18010

18007

5-11-2019

37,7

BDD1



 

18010

18007

5-11-2019

37,7

BDD1



 

18010

18007

5-11-2019

37,7

BCEA



 

40000

18106

6-11-2019

7,2

BCDA



 

40000

18106

6-11-2019

7,2

BDD1



 

Om de gedefinieerde velden in een Excelbestand uit te voeren druk dan op de Excel knop.
De gegevens worden dan in een Excelbestand geëxporteerd.

Verdere functies in de tabellengenerator

Als de 8 standaard beschikbare velden niet voldoende zijn, kun je meer velden toevoegen door te klikken op de knop :

Nieuwe lege velden kunnen weer verwijderd worden met de knop .
Om een gegevensveld te verwijderen uit de afdrukvelden, dan klik je op het te verwijderen veld en houdt daarbij de linkermuisknop ingedrukt en sleep het dan naar de prullenbak:

Gebruik de disketteknop om de zojuist gemaakte tabellenconfiguratie op te slaan zodat je deze later weer snel kunt oproepen.
Klik op het diskette symbool (1), voer daarna in het volgende dialoogvenster een naam in voor de tabellenconfiguratie (2) en sla het op (3):
3 2 1
Een opgeslagen tabellenconfiguratie kun je opnieuw oproepen met de knop .

Rapportontwerper

WinCan VX heeft een nieuwe rapportontwerper, waarmee verschillende rapporten gegenereerd kunnen worden. Deze verschillende rapporten worden gegenereerd uit een standaardconfiguratie en bij het aanmaken van een nieuw project in het desbetreffende project pad gekopieerd.
Na de installatie van WinCan VX staan alle rapport lay-outs van alle landen ter beschikking in de map
C:\Users\Public\Documents\CDLAB\Common\Reports:

Afhankelijk van het land, de taal en de schadestandaard worden bij het afdrukken van de inspectiegegevens de vereiste rapporttemplates uit de projectmap gebruikt.
De WinCan-rapportontwerper wordt opgeroepen via het tabblad Afdrukken en de knop
Rapportontwerper:

Het menu voor het selecteren van de rapport templates wordt dan geopend. Het is mogelijk om het geselecteerde rapporttype alleen in het huidige project te bewerken, of om de wijzigingen toe te passen op alle toekomstige projecten. Daarnaast kunnen de standaard specifieke rapporten ook individueel worden aangepast.
De rapport ontwerper toont de gebruiker eerst een lijst van alle beschikbare rapport types:
321

  1. Activeer deze optie door middel van een vinkje om alleen de voorgedefinieerde rapport lay-outs in de groep _WinCanVX_Default_ in de Projectmap Misc\Reports te bewerken en voor toekomstige projecten te overnemen.

  2. Activeer deze optie door middel van een vinkje om elke verdere voorgedefinieerde rapport lay-outs (buiten de groep _WinCanVX_Default) in de Projectmap _Misc\Reports te bewerken en voor toekomstige projecten te overnemen.

  3. Activeer deze optie door middel van een vinkje, om ook standaard specifieke rapporten bij te werken (niet aanbevolen).

Als alle 3 de opties gedeactiveerd blijven, gelden de wijzigingen in de rapporttemplates alleen voor het huidige project.

Via de knop start de eigenlijke rapportontwerper met inachtneming van de hier bovenvermelde opties.
Belangrijke opmerking:
Maak altijd een kopie van het rapport in de installatiemap en selecteer deze voor bewerking. Dit voorkomt dat een gewijzigd rapporttemplate wordt overschreven door een standaardkopie met dezelfde naam tijdens een software-update. De beste manier om dit te doen is om een door de gebruiker gedefinieerde extensie toe te voegen aan de bestandsnaam van de originele template (bijvoorbeeld Sec-Inspection_EXT1.lst).

Basisprincipes

De verschillende soorten rapporten worden beheerd onder de term projecten. Naast de eigenlijke printinformatie bevat een dergelijk project vooral opmaakinstellingen zoals paginagrootte en -oriëntatie, lettertypes, kleuren, vensters, cirkels, lijnen, grafieken, enz. De rapportontwerper kent drie soorten projecten: Lijsten, etiketten en indexkaarten. De afzonderlijke onderdelen van dergelijke projecten worden "objecten" genoemd. Zo kan een project bijvoorbeeld tekstobjecten, beeldobjecten en een rapportcontainer bevatten. De gewenste objecten worden meestal via "Invoegen" geselecteerd, met de muis naar het werkmasker gesleept en vervolgens voorzien van de bijbehorende inhoud en opmaak-eigenschappen. De rapportontwerper biedt verschillende soorten objecten aan die vrij in het werkmasker kunnen worden geplaatst en de afmetingen van die objecten kunnen worden aangepast.
6542318

  1. Het tabblad Rapportstructuur toont aan in hoeveel basiselementen het rapport is verdeeld. In dit geval in een kopbereik en in een tabellenbereik.



  1. Het tabblad Objecten geeft een overzicht van de objecten die uiteindelijk deel uitmaken van de rapportstructuur:


Dit voorbeeld toont objecten zoals lijn, watermerk, Logo, Tekstbereik, Rapportcontainer etc.
Alle objecten kunnen door middel van een dubbelklik bewerkt worden.

  1. Het tabblad Voorbeeld geeft een actueel voorbeeld van het rapport. Als het rapport over meerdere pagina's moet worden uitgevoerd, kun je de pijltjestoetsen gebruiken om heen en weer te scrollen:



De verschillende bewerkte rapportvoorbeelden kunnen opgeroepen worden door de tabbladen Indeling (4), Lay-out voorbeeld (5) en Voorbeeld (6).

Verplaatsen en wissen van objecten

Klik in het tabblad Objecten (1) op het gewenste object (bijvoorbeeld het watermerk) (2), dat direct wordt gemarkeerd in het werkmasker en je kunt het naar een willekeurige positie verplaatsen terwijl je de linkermuisknop ingedrukt houdt.
321
Gemarkeerde objecten kunnen eenvoudig worden gewist door de toets Delete.

Bewerken van een object

Om het lettertype, de letterstijl of de lettergrootte van een object te wijzigen, moet je het eerst openen om het te bewerken door erop te dubbelklikken (1).
312
Het werkmasker wordt geopend en de gebruiker kan nu het uiterlijk van het object wijzigen met behulp van de opdrachtenlijst aan de rechterkant. Een klik op de knop Lettertype (2) opent bijvoorbeeld een ander dialoogvenster voor het bewerken van het lettertype, de letterstijl en de grootte (3).

Veld toevoegen

In het rapport Strenginspectie moet een extra veld worden toegevoegd:

Hiervoor openen we het rapport en klikken we op het tabblad Objecten aan de linkerkant.
Nu openen we een bewerkingsvenster om de tekst (veldnamen) in te voegen.
WinCan VX geeft je de variabele naam door de muisaanwijzer over het betreffende veld in het invoermasker voor de strenggegevens te bewegen: De veldnaam verschijnt dan direct als een soort helptekst:

























In ons voorbeeld zoeken we zowel de Omschrijving als ook de Inhoud van het gegevensbankveld Kanalnutzung (OBJ_Usage).
In de rapportontwerper roep je vervolgens het contextmenu op voor het veldomschrijvingsobject en selecteer je de opdracht Veld bewerken om de veldnaam (1) op te slaan die in het invoermasker wordt gebruikt:
21
Bevestig deze wijzigingen door op de OK-knop te klikken.
Om de inhoud van het gegevensbankveld aan te passen, moet het veld rechts ervan worden bewerkt (2). Klik met de rechtermuisknop op het veldinhoudsobject; klik met de linkermuisknop op de opdracht "Veld bewerken" en het bewerkingsvenster wordt opnieuw geopend:

Bevestig deze wijzigingen eveneens door op de OK-knop te klikken.
De opdracht voor de uitvoer van de veldinhoud kan de gebruiker uit het veld kopiëren. Hij hoeft alleen de namen van de variabelen aan te passen en de juiste uitvoer van de veldinhoud is klaar.
In het inspectierapport worden de Omschrijving en Inhoud van het gegevensbankveld Leidinggebruik in de gewenste regel weergegeven, zoals hieronder weergegeven:

Annex 1: Ondersteunde tekstgenerators

Type apparaat

Fabrikant

Ondersteund door camera fabrikant

BCS

BCS System AG

BCS System AG (CH)

CCk

Spering

RITEC GmbH

DCX5000

iPEK

iPEK Sulzberg (DE)

DE03SW

iPEK

iPEK, Sulzberg (DE)

DE08CO/CVO

iPEK

iPEK, Sulzberg (DE)

EDE 42/49

IBAK

IBAK, Kiel (DE)

EDE 69

IBAK

IBAK, Kiel (DE)

EDE 7

IBAK

IBAK, Kiel (DE)

Gejos

Gejos Kanal-TV

Gejos Kanal-TV (DE)

Gullyver

Gullyver

Gullyver, Bremen (DE)

HDC-01

iPEK

iPEK, Sulzberg (DE)

HV100

Hydrovideo

-

IP08

WinCan Europe

-

IP26

WinCan Europe

-

IP29

WinCan Europe

-

ITV300

Spering

-

K2

Cues

-

LisyPCI

IBAK

IBAK, Kiel (DE)

MiniCam ccu

Mini-Cam

MiniCam (UK)

MegaVOG

Aries

Aries Industries (US)

MultiUSB (für DigiSewer)

CDLab AG

iPEK, Sulzberg (DE)

Optimess

Optimess Engineering GmbH

Optimess, Gera (DE)

P350

Pearpoint

-

PDR2k

Cues

-

PP320/PP377

Pearpoint

-

ProData 2000/PDR2k-R016

Cues

-

sCEC

PS

-

SG II

JT

JT, Lindau (DE)

SGKST

JT

JT, Lindau (DE)

Software OSD

CDLab AG

-

SVC1

PS

RICO, Kempten (DE)

SVC2

PS

RICO, Kempten (DE)

T804

Troglotech

Troglotech (AU)

Tiny PC Control

RICO

RICO, Kempten (DE)

uCDE/DEPC1/VL3000

Spering, Aries

Riezler GmbH, (DE); Aries Ind. (US)

VIDISYS

WP

-

VisionControl (VC200)

iPEK

iPEK, Sulzberg (DE)

Vivax

Vivax

-

VL5000

Aries

Aries Industries (US)

VSR55

Hytec

HYTEC (FR), RICO (DE)

VSR65

Hytec

HYTEC (FR), RICO (DE)

VT150

Inuktun

Inuktun (US)

VTG2

RICO

RICO, Kempten (DE), Rausch

TG09

WinCan Deutschland

-

WinCanDummyOSD

CDLab AG

-

WinCanVirtualOSD

CDLab AG

-

WKI

VISATEC

Rausch, RITEC, NICOM (DE), JT

XBOB-3

Decade Engineering

Decade Engineering (US)

XBOB-4

Decade Engineering

Decade Engineering (US)



Annex 2: Systeemadministrator activeren

In het kader van de installatie van Windows 7 PRO, Windows 8/8.1 PRO of Windows 10 PRO is er al een gebruikersaccount met administratorrechten aangemaakt. Daarbij handelt het zich echter NIET om de systeemadministrator. Deze moet je in de volgende stap bijkomend vrij schakelen om alle toegangsrechten op systeemcomponenten te verkrijgen. Ga als volgt te werk:

  • Klik met de rechtermuistoets op het Windows start symbool links onder op je bureaublad en kies Computerbeheer:

  • Klik op lokale gebruikers en groepen en dubbelklik vervolgens op Gebruikers:

  • Dubbelklik op de regel van de Administrator (dit is de systeemadministrator!) en het vinkje Account is uitgeschakeld.

!worddav1f2b6256f6013985385ce1b7dcce3c88.png|height=336,width=295!Zorg ervoor dat het vinkje verwijderd wordt bij "Account is uitgeschakeld".









  • Bepaal eventueel een wachtwoord voor de systeemadministrator (niet noodzakelijk als je geen wachtwoord wilt instellen) en bevestig dit.

  • Sluit alle dialoogvensters en start de computer opnieuw op.

  • Vanaf nu kun je aangemeld worden als systeemadministrator.








Belangrijk: Je moet je als systeemadministrator aanmelden om WinCan VX en de bijbehorende programmamodules en drivers goed te kunnen installeren.